Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

Paul Geerts: Noot onder Hof Arnhem-Leeuwarden Blackstone/Brainwave

Paul Geerts, Universiteit Groningen: Noot onder Hof Arnhem-Leeuwarden 26 november 2013 (Blackstone/Brainwave). Verschijnt binnenkort in IER.

"6. Gezien de specifieke omstandigheden van het geval neig ik er dus naar om niet te veel in het arrest van het hof te lezen en kan ik mij best vinden in de door het hof gehanteerde verdeling van de stelplicht en bewijslast. Maar ik zeg er onmiddellijk bij dat gezien de algemene opzet en bewoordingen van r.o. 4.16 niet uitgesloten kan worden dat het hof wel degelijk heeft willen zeggen dat ten aanzien van het slaafs nabootsen van individuele producten de nodige terughoudendheid betracht dient te worden. Mocht dat inderdaad het geval zijn, dan stuit dat bij mij op bezwaar.

7. Dat standpunt zou om te beginnen in strijd zijn met de bedoeling van de wetgever. Die heeft, nadat hij het ‘genuanceerd en afgewogen systeem van regels die bepalen onder welke voorwaarden een schepping (een werk of model) een temporeel begrensde bescherming toekomt’, in 2003 immers vol overtuiging en zonder enige restrictie de bescherming tegen het veroorzaken van vermijdbare verwarring nieuw leven ingeblazen. Uit niets blijkt dat de wetgever voor een terughoudende toepassing van die bescherming heeft gepleit. En zoals hierboven al is opgemerkt: een oproep tot een dergelijke terughoudende opstelling kan ook niet in het Broeren/Duijsens-arrest worden gelezen. Dat arrest ziet immers alleen op het slaafs nabootsen van stijl en stijlkenmerken en niet op het verwarringwekkend slaafs nabootsen van individuele producten. Er is dan ook geen enkele reden om (vanwege het genuanceerd en afgewogen systeem van IE-regels) eiser met een ‘zwaardere stelplicht en bewijslast’ op te zadelen om te voorkomen dat hij ‘langs de weg van de slaafse nabootsing de facto voor zijn product alsnog een veelomvattende bescherming verkrijgt, die de geëigende regels van het intellectuele eigendomsrecht hem onthouden’. In een gewone slaafse nabootsingszaak (waarin dus geen sprake is van het nabootsen van stijl of stijlkenmerken) zal gedaagde wat mij betreft dan ook niet kunnen volstaan met het overleggen van een ongedateerd Umfeld. Dat komt voor zijn rekening en risico."

Lees de noot hier.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229