Schade tussen 1 juli 2004 en 1 juli 2006 berekend aan de hand van bindende eindbeslissing hof: aan de hand van gerealiseerd afnameniveau van 2004 en een commissie van € 70 per 1.000 kilo. Rechtbank gaat uit van berekening BSG van bespaarde kosten in verband met staking levering door Chamtor: Chamtor heeft op twee kostenposten na, die wegens voldoende onderbouwing door BSG buiten beschouwing kunnen worden gelaten, geen concrete kosten genoemd waar BSG aan voorbij zou zijn gegaan. BSG heeft onvoldoende onderbouwd dat zij vanaf 1 juli 2006 schade heeft geleden: Keulse overeenkomst bepaalt niets over klantenbestand na opzegging overeenkomst.
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST - SCHADESTAATPROCEDURE
Schadestaatprocedure tussen BSG en Chamtor, twee bedrijven die in het verleden samenwerkten met betrekking tot productie en verhandeling van tarweproducten Proply en Carboply. Voor deze samenwerking werd de vennootschap Carboply opgericht (CBV), waar Chamtor aan moest leveren. Per 1 juli 2004 is Chamtor daarmee gestopt en is ze begonnen om direct aan klanten van BSG te leveren. Zie ook IEPT20120131 (hof) en IEPT20130712 (HR, cassatieberoep verworpen).
Vast staat dat Chamtor in 2004 van de zogenaamde ‘Keulse overeenkomst” af wilde, waardoor deze overeenkomst met in achtneming van de afgesproken opzegtermijn van twee jaar tegen 1 juli 2006 zou moeten zijn opgezegd. In dat geval zou Chamtor verplicht zijn geweest om tot 1 juli 2006 Proply aan CBV te leveren en zou BSG € 70 per 1.000 kilo commissie hebben ontvangen. De rechtbank gaat uit van het bindende oordeel van het hof, waardoor zij uitgaat van 6.400.000 kilo Proply per jaar. De rechtbank gaat mee met de berekening van BSG van de bespaarde kosten voor BSG in verband met het staken van de leveringen van Chamtor. Chamtor heeft op de kosten van management en directievoering en productieontwikkelings- en kwaliteitscontrolekosten na geen concrete kosten genoemd waar BSG in haar berekening aan voorbij zou zijn gegaan. BSG heeft voldoende onderbouwd dat deze kosten buiten beschouwing kunnen worden gelaten.
BSG heeft onvoldoende onderbouwd dat zij voor de periode vanaf 1 juli 2006 schade heeft geleden door het vanaf 1 juli 2004 door het gebruik door Chamtor van haar klantenbestand. Het valt niet in te zien dat en hoe BSG (al) vanaf 1 juli 2004 de verdiencapaciteit van haar klantenbestand zou zijn misgelopen, omdat zij tussen 2004 en 2006 volgens de Keulse overeenkomst alleen recht zou hebben gehad op de...
