Mededelingen over brandstofgebruik Toyota Yaris 1,5 niet onrechtmatig: voldoen aan eisen EU regelgeving en in voldoende mate gewezen op geringe betekenis voor praktijkverbruik.
RECLAMERECHT
Kort geding over uitingen van L&P omtrent het verbruik van de Toyota Yaris 1,5 Hybrid Aspiration, dat wordt aangegeven conform richtlijn 1999/94 EG (consumenteninformatie brandstofgebruik en Co2 uitstoot) , terwijl het daadwerkelijke verbruik hoger zou liggen. De vorderingen worden afgewezen.
De Stichting Brandstofverlies is ontvankelijk in haar vorderingen, omdat gezien de reactie van L&P op de sommatie overleg niet meer mogelijk was en omdat de ingestelde vorderingen Stichting Brandstofverlies een stap dichterbij kan brengen bij de verwezenlijking van haar doelstelling: behartiging van degene die een motorvoertuig gebruiken.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de vaststelling van het brandstofverbruik in de richtlijn gaat om een uniform, onder strikte en gestandaardiseerde condities, op een laboratoriumproef lijkend onderzoek. De op grond daarvan gevonden, op het label weer te geven waarde, ook wel de ECE-waarde genoemd, kan niet representatief worden geacht voor het brandstofverbruik in de dagelijkse praktijk. De mededelingen zijn niet misleidend, omdat ze voldoen aan de eisen van richtlijn 1999/94 EG en Vo (EG) 715/2007 (over typegoedkeuring van emissies van motorvoertuigen), omdat wordt genoemd dat het brandstofverbruik is gemeten conform de richtlijn en omdat voldoende wordt gewezen op de geringe betekenis voor het praktijkverbruik. Toewijzing van de vorderingen zou overigens L&P dwingen om in strijd met de dwingendrechtelijke voorgeschreven richtlijn en verordening te handelen. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat Stichting Brandstofverlies niet aannemelijk heeft gemaakt dat gesproken kan worden van een “daadwerkelijk gebruik” en dat dit gebruik de door haar gestelde 1 op 18 is.
IEPT20140317, Rb Zeeland-West-Brabant, Stichting Brandstofverlies