Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20140618, Rb Midden-Nederland, Curator v Flore

$
0
0

Rb Midden-Nederland bevoegd, verwevenheid tussen vorderingen (art. 6(1) EEX-Vo) voldoende aangetoond: vorderingen tegen de drie gedaagden zijn gelijkluidend, gebaseerd zijn op zelfde feiten complex, [A] is (middelijk) bestuurder geweest bij de failliete vennootschappen en de vorderingen jegens de Flore vennootschappen gebaseerd zijn op misbruik maken van het handelen van A. Onvoldoende aanleiding tot benoeming deskundige in dit stadium van procedure.

IPR – PROCESRECHT

Tussenvonnis. Bevoegdheidsincident. De curator van een aantal failliete vennootschappen heeft Flore Management Services, Flore Plus en A onder andere aangesproken wegens inbreukmakend gebruik van het merk Flore, auteursrechtinbreuk en handelsnaaminbreuk. In dit tussenvonnis speelt de vraag of de rechtbank Midden-Nederland bevoegd is om van de vorderingen kennis te nemen, aangezien de woonplaats van gedaagde bij het uitbrengen van de dagvaarding onbekend was. Gezien de onbekende woonplaats van gedaagde is de dagvaarding aan het parket van het openbaar Ministerie bij de rechtbank Midden-Nederland betekend.

De rechtbank verklaart zichzelf bevoegd op grond van artikel 6(1) EEX-Vo. Nu gedaagde is verschenen in dit geding, kan in het midden worden gelaten of hij in zijn verweer is geschaad door betekening aan het parket, in plaats van zijn woonplaats op Cyprus. De vorderingen tegen de drie gedaagden zijn gelijkluidend en gebaseerd op het zelfde feitencomplex. Voorts is met uittreksels uit het handelsregister aangetoond dat [A] (middellijk) bestuurder is geweest van de failliete vennootschappen en worden de vorderingen tegen FMS en Flore Plus gebaseerd op het misbruik maken van onrechtmatig handelen van A. Hiermee is de verwevenheid van de vorderingen in de zin van artikel 6(1) EEX-Vo voldoende aangetoond. Het betoog dat de gestelde inbreuk alleen betrekking kan hebben op de vennootschappen en niet op [A] is een inhoudelijke vraag die in de hoofdzaak aan de orde kan komen.

Gedaagde vorderen benoeming van een deskundige, ter beantwoording van de vraag of de broncode die door gedaagden wordt geëxploiteerd in haar software hetzelfde is als de broncode van de failliete vennootschappen. Gelet op het gemotiveerde verweer van de curator is de rechtbank van oordeel dat voor het benoemen van een deskundige in dit stadium van de procedure onvoldoende aanleiding bestaat.

IEPT20140618, Rb Midden-Nederland, Curator v Flore


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229