Geen inbreuk op conclusie 1 en 2 van EP 791: vakman zou niet uit Ep 791 begrijpen dat oxidatie door ruthenium door TEMPO als equivalent vervangen kon worden en niet onderbouwd welke voorbehouden handelingen door Sandoz worden verricht. Geen inbreuk op afsplitsingsoctrooi EP 840: vakman zou octrooi zo begrijpen dat Bayer specifiek watereliminatie onder toevoeging van pTSA wilde beschermen, terwijl Sandoz pyridine gebruikt. Onrechtmatig profiteren onvoldoende onderbouwd.
OCTROOIRECHT
Bayer brengt onder de namen YASMIN en YAZ orale anticonceptiva, met onder meer drospirenon als werkzame stof, op de Nederlandse markt en is houdster van twee Europese octrooien betreffende werkwijzen voor de bereiding van drospirenon (EP 791 en EP 840). Sandoz brengt een generieke variant van Yasmin op de markt. Bayer stelt dat Sandoz inbreuk maakt op haar octrooien. Zie ook IEPT20120627 (vzgr). Sandoz hanteert thans een gewijzigde werkwijze, waarin zij als oxidatiemiddel geen ruthenium(-zout), maar TEMPO gebruikt, dat volgens de voorzieningenrechter geen inbreuk maakte op EP 791 en EP 840 (IEPT20130619). Het hof heeft dit oordeel later bekrachtigd (IEPT20131231). Zie ook IEPT20130619 (bodemvonnis). In deze bodemprocedure vordert Bayer staking van de gestelde inbreuk op beide octrooien. De vorderingen worden afgewezen.
Sandoz maakt geen inbreuk op conclusie 1 van EP 791. De vakman zou uit EP 791 niet begrijpen, dat ruthenium specifiek door TEMPO als equivalent vervangen kon worden, omdat een oxidatie-stap met TEMPO, hoewel de functie ervan gelijk is, in ieder geval niet op wezenlijk dezelfde wijze werkt als met ruthenium. Ook behoren de stoffen tot geheel andere chemische klassen. Er zijn naar het oordeel van de rechtbank geen andere bijzondere omstandigheden die voor het toekennen van een ruimere beschermingsomvang zouden moeten zorgen. Dat het Hof van Turijn anders heeft geoordeeld wordt niet meegenomen door de rechtbank, omdat deze in het toetsingskader meer gewicht aan de achter de conclusies liggende uitvindingsgedachte lijkt toe te kennen, dan aan de letterlijke tekst, waardoor het hof zich niet houdt aan het “juiste midden”, zoals het Protocol voorschrijft. De rechtbank oordeelt verder dat geen sprake is van inbreuk op conclusie 2 van EP 791, omdat niet is onderbouwd welke voorbehouden handelingen door Sandoz worden verricht, aangezien zij niet de stof 5ß-OHB-DRSP verhandelt (die wordt beschermd onder conclusie 2), maar uitsluitend het eindproduct...