Prejudiciële vragen over de vraag of e-books onder het leenrecht vallen en of er bij e-books sprake kan zijn van uitputting en eigendomsoverdracht.
AUTEURSRECHT
Het geschil tussen de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) en Stichting Leenrecht gaat over de vraag of het uitleenrecht als bedoeld in artikel 12 (1) sub 3o jo (3) Aw en de uitleenexceptie in de zin van artikel 15c (1) Aw van toepassing is op het online uitlenen van e-books (e-lending). De Nederlandse Uitgeversbond (NUV), Lira en Pictoright zijn tussengekomen in deze procedure. Van belang is dat het gaat om het “one copy one user” model, waarbij een e-book slechts aan één gebruiker tegelijkertijd ter beschikking wordt gesteld.
De rechtbank is van oordeel dat de vraag of e-lending kan worden aangemerkt als “uitlenen” in de zin van de Leenrechtrichtlijn zich leent voor een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie EU. Er is geen sprake van een acte éclairé of een acte clair en het geschil heeft een dermate principieel karakter, dat verwacht moet worden dat het geschil niet definitief kan worden beslecht zonder een uitspraak van de hoogste rechter. Het is bijvoorbeeld de vraag of e-lending in het licht van de doelstellingen van de Leenrechtrichtlijn economisch en functioneel gelijkwaardig is aan het uitlenen van een fysiek exemplaar.
Daarnaast is het de vraag of uitputting is vereist voor het uitleenrecht en/of de uitleenexceptie. Artikel 6(1) Lrl is stelt namelijk niet uitdrukkelijk dat de uitleenexceptie alleen kan worden toegepast als he distributierecht tot het uitgeleende materiaal is uitgeput. Ook zijn er goede redenen om de toepassing van het uitleenrecht en de uitleenexceptie niet afhankelijk van uitputting te maken, omdat dit de consequentie heeft dat de maker geen exclusief uitleenrecht en geen aanspraak op de leenrechtvergoeding toekomt met betrekking tot exemplaren die zonder zijn toestemming in de Gemeenschap in het verkeer zijn gebracht. Als het uitleenrecht en/of de uitleenexceptie alleen van toepassing zijn op materiaal ten aanzien waarvan het distributierecht is uitgeput, dringt de vraag op of het zich op afstand door middel van downloaden voor onbeperkte tijd ter beschikking stellen van een e-book door de rechthebbende of met zijn toestemming kan worden aangemerkt als een eigendomsoverdracht in de zin van artikel 4(2) Arl.
De rechtbank is voornemens de volgende prejudiciële vragen te stellen, waar partijen zich nog over mogen uitlaten.
"1....