Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

Conclusie AG Verkade in Allposters/Pictoright (auteursrecht)

$
0
0

Conclusie A-G Verkade, 3 mei 2013, zaak 12/02298, Allposters v Pictoright. (Met dank aan Thijs van Aerde, Houthoff Buruma en Job Hengeveld, Hengeveld Advocaten).

Auteursrecht. Zie IEPT20120104 (hof) en IEPT20100922 (rb). Het hof heeft geoordeeld dat de (verondersteld: rechtmatig) in het verkeer gebrachte reproducties door Allposters aldus in een nieuwe vorm worden verspreid, leidend tot een nieuwe exploitatie-mogelijkheid; en daarmee tot een nieuwe – te verbieden- openbaarmaking in de zin van artikel 12 Aw. Hoofdvragen in cassatie zijn:


“(A) (i) valt dit onderwerp inmiddels onder het 'distributierecht', en (potentieel) onder de beperking daarvan door de 'uitputtingsregel', van art. 4 Auteursrechtrichtliin 2001/29/EEG?
(ii) zo ja, hoe moet het EU-recht ten deze nader vormgegeven worden?
(B) Indien niet-geharmoniseerd Nederlands recht toepasselijk zou blijken: heeft het hof de 'PoortvIiet/Hovener-doctrine' op juiste wijze toegepast?”

De conclusie van de A-G strekt ertoe dat de Hoge Raad, alvorens nader te beslissen, het HvJEU zal verzoeken om over vragen van uitleg van de Auteursrechtrichtlijn uitspraak te doen, alsmede tot aanhouding van de zaak totdat dat Hof daarover uitspraak heeft gedaan:

1. Dient art. 4 ARI aldus te worden uitgelegd dat een wijziging ten aanzien van de vorm van een reproductie van een auteursrechtelijk beschermd werk, die optreedt nadat het betreffende werk door of met toestemming van de rechthebbende in de Gemeenschap is verkocht en aanwezig blijft wanneer de reproductie vervolgens verder wordt verhandeld, relevant kan worden geacht bij de beoordeling van de vraag of het distributierecht van de auteursrechthebbende krachtens genoemd artikel al dan niet kan worden uitgeoefend?

2. Indien vraag 1 bevestigend beantwoord wordt, is de beoordeling van de (eventuele) relevantie van zulk een wijziging ten aanzien van de vorm van de reproductie dan:
(a) onderwerp van door het Unierecht (in het bijzonder: art. 4 ARI) beheerst recht; of
(b) overgelaten aan het recht van de lidstaten?

3.1. Indien vraag 2 beantwoord wordt in de onder (a) bedoelde zin, welke maatstaven dienen dan te worden aangelegd om van een Unierechtelijk in aanmerking te nemen - aan de toepassing van art. 4, lid 2 ARI in de weg staande - wijziging ten aanzien van de vorm van de reproductie te spreken?

3.2. Kan of moet daartoe voldoende geacht worden dat sprake is van:
(a) enigerlei vorm van verduurzaming van de reproductie; en/of
(b) enigerlei vorm van verbinding van de...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229