Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie, brief van de minister van Buitenlandse Zaken, nr. 1911.
"De mededeling betreft een strategie voor de bescherming en handhaving van de intellectuele-eigendomsrechten (hierna: IE-rechten) in derde landen. Het beoogt de internationale bescherming van IE-rechten te bevorderen en inbreuken op IE-rechten in het buitenland te bestrijden. [...]
Het standpunt van het kabinet is dat een goedwerkend IE-rechtssysteem van wezenlijk belang is voor het stimuleren van innovatie en voor de toegang tot en overdracht van technologie, en daarmee voor de economische ontwikkeling. In relatie tot derde landen, is een zo goed mogelijk op elkaar afgestemd internationaal systeem van IE-rechten van belang om handelsbelemmeringen weg te nemen, en zodoende de internationale handel te bevorderen.
Met betrekking tot ontwikkelingslanden en IE-rechten is, naast het gebruik van IE-rechten voor economische groei, van belang dat deze landen bij de inrichting van het IE -rechtssysteem rekening kunnen houden met het ontwikkelingsniveau en de lokale situatie van een land, door gebruik te maken van de bestaande flexibiliteiten die het multilaterale kader biedt in het WTO TRIPS-verdrag (World Trade Organization-Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights). Het TRIPS-Verdrag regelt de minimale bescherming van IE-rechten die aangesloten landen bij WTO dienen na te komen.
Met betrekking tot IE en ontwikkelingslanden zijn voor Nederland twee aspecten van belang. Allereerst is er het gebruik van IE-rechten voor economische groei door middel van het beschermen van producten en diensten door IE-rechten (zoals het merkenrecht, octrooirecht, tekeningen-en modellenrecht, auteursrecht, kwekersrechten of geografische indicaties). Ten tweede vindt Nederland het van belang dat ontwikkelingslanden bij de inrichting van hun IE-rechtssystemen rekening kunnen houden met het ontwikkelingsniveau en de lokale situatie van een land, door gebruik te maken van de flexibiliteiten die het multilaterale kader biedt. In het kader van de volksgezondheid blijft Nederland het belang benadrukken van de mogelijkheden die de Verklaring van Doha inzake het TRIPS verdrag en volksgezondheid, het Doha besluit inzake het TRIPS-Verdrag en volksgezondheid en het protocol uit 2005 bieden.
Zoals uiteengezet in de reactie op de motie Sjoerdsma over IE-rechten en ontwikkelingslanden zet Nederland zich er voor in dat de Commissie geen TRIPS-plus-...
"De mededeling betreft een strategie voor de bescherming en handhaving van de intellectuele-eigendomsrechten (hierna: IE-rechten) in derde landen. Het beoogt de internationale bescherming van IE-rechten te bevorderen en inbreuken op IE-rechten in het buitenland te bestrijden. [...]
Het standpunt van het kabinet is dat een goedwerkend IE-rechtssysteem van wezenlijk belang is voor het stimuleren van innovatie en voor de toegang tot en overdracht van technologie, en daarmee voor de economische ontwikkeling. In relatie tot derde landen, is een zo goed mogelijk op elkaar afgestemd internationaal systeem van IE-rechten van belang om handelsbelemmeringen weg te nemen, en zodoende de internationale handel te bevorderen.
Met betrekking tot ontwikkelingslanden en IE-rechten is, naast het gebruik van IE-rechten voor economische groei, van belang dat deze landen bij de inrichting van het IE -rechtssysteem rekening kunnen houden met het ontwikkelingsniveau en de lokale situatie van een land, door gebruik te maken van de bestaande flexibiliteiten die het multilaterale kader biedt in het WTO TRIPS-verdrag (World Trade Organization-Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights). Het TRIPS-Verdrag regelt de minimale bescherming van IE-rechten die aangesloten landen bij WTO dienen na te komen.
Met betrekking tot IE en ontwikkelingslanden zijn voor Nederland twee aspecten van belang. Allereerst is er het gebruik van IE-rechten voor economische groei door middel van het beschermen van producten en diensten door IE-rechten (zoals het merkenrecht, octrooirecht, tekeningen-en modellenrecht, auteursrecht, kwekersrechten of geografische indicaties). Ten tweede vindt Nederland het van belang dat ontwikkelingslanden bij de inrichting van hun IE-rechtssystemen rekening kunnen houden met het ontwikkelingsniveau en de lokale situatie van een land, door gebruik te maken van de flexibiliteiten die het multilaterale kader biedt. In het kader van de volksgezondheid blijft Nederland het belang benadrukken van de mogelijkheden die de Verklaring van Doha inzake het TRIPS verdrag en volksgezondheid, het Doha besluit inzake het TRIPS-Verdrag en volksgezondheid en het protocol uit 2005 bieden.
Zoals uiteengezet in de reactie op de motie Sjoerdsma over IE-rechten en ontwikkelingslanden zet Nederland zich er voor in dat de Commissie geen TRIPS-plus-...