BIE oktober 2014, p. 206-213, Lianne Kelkensberg en Jaap Bremer: "Is de Nederlandse rechter die ter zake een inbreukvordering rechtsmacht toekomt op basis van artikel 2 EEX Vo bevoegd om als voorlopige maatregel een grensoverschrijdend inbreukverbod uit te spreken, wanneer de (Nederlandse) gedaagde zich beroept op nietigheid van (ook) de ingeroepen buitenlandse octrooidelen, en in hoeverre en onder welke voorwaarden kan hij aanvullende bevoegdheid ten aanzien van de niet-Nederlandse delen van het octrooi ontlenen aan artikel 31 EEX Vo? [...]
In het hiernavolgende bespreken wij eerst de belangrijkste rechtspraak over deze kwestie tot 12 juli 2012. Op die datum werd het Solvay/Honeywell arrest gewezen, waarnaar reikhalzend was uitgezien omdat het HvJ daarin verlossende antwoorden zou geven op vragen omtrent de botsing van bevoegdheidsbepalingen uit de EEX Verordening. Vervolgens bespreken wij de betekenis van het Solvay/Honeywell arrest voor de praktijk, en voor de hiervóór geformuleerde vraag in het bijzonder. Daarna gaan wij in op de stand van de rechtspraak sinds dit arrest. Wij zullen constateren dat de Nederlandse rechter goed raad weet met de regels die voortvloeien uit de bestaande jurisprudentie, maar dat nadere richtinggeving vanuit Luxemburg niettemin
welkom is."