Kantonrechter i.s.m. art. 23 Rv anders geoordeeld dan door partijen gevorderd. (Publicatie van) beslissing RCC niet onrechtmatig jegens geïntimeerde: onvoldoende onderbouwd. Geen gebruik van mogelijkheid tot reageren gemaakt (reactie op klacht en/of bezwaar tegen voorzittersbeslissing).
PROCESRECHT - PUBLICATIE - RECLAMERECHT
Tegen geïntimeerde is een klacht ingediend bij de RCC. Geïntimeerde heeft een kort geding tegen de behandeling en publicatie van de klacht aangespannen, waarin zijn vorderingen zijn afgewezen (IEPT20120613). In zijn beslissing van 20 juni 2012 is door de voorzitter van de RCC een aanbeveling gedaan, die later onherroepelijk is geworden en (geanonimiseerd) is gepubliceerd op de website van de RCC. De kantonrechter was onder meer van mening dat de klacht door de Commissie en niet door de voorzitter van de RCC moest worden behandeld en heeft bevolen dat de Commissie alsnog de zaak moest behandelen. Daarnaast is verwijdering van de beslissing van de site van de RCC bevolen. De grieven slagen en het vonnis wordt vernietigd.
Het hof overweegt dat zowel in het principale appel alsmede in het incidentele appel is gegriefd tegen het bevel van de kantonrechter aan de RCC om de klacht alsnog door de Commissie te laten behandelen. De grieven slagen, omdat in strijd met artikel 23 Rv is gehandeld, aangezien iets anders is toegewezen dan door partijen was gevorderd.
Het hof kan geïntimeerde niet volgen in zijn betoog dat de aanbeveling van de voorzitter onrechtmatig is, omdat een wetenschappelijk artikel zou zijn beoordeeld, zonder deskundigen raad te plegen. Geïntimeerde heeft immers zelf verzocht om de ingediende stukken – waaronder publicatie – als niet verzonden te beschouwen. Verder zijn onvoldoende concrete feiten en omstandigheden aangevoerd die tot het oordeel kunnen leiden dat de aanbeveling als onrechtmatig jegens geïntimeerde moet worden gekwalificeerd. Ook is onvoldoende gemotiveerd dat het Reglement van de RCC niet voorziet in een met voldoende waarborgen omklede klachtprocedure of dat de Commissie deze regels onvoldoende heeft nageleefd. Ten slotte heeft geïntimeerde, zowel voordat als nadat de voorzitter tot een aanbeveling was gekomen, voldoende gelegenheid gehad om te reageren. Hij had een schriftelijke reactie op de klacht en een toelichting bij de vergadering van de Commissie kunnen geven en bezwaar tegen de voorzittersbeslissing kunnen aantekenen.
IEPT20140422, Hof Amsterdam, Stichting Reclame Code