Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

Prejudiciële vragen over passende vergoeding Gemeenschapskwekersrechtverordening

$
0
0

Zaak C-481/14 Hansson. Prejudiciële vragen Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Verzoeker is houder van communautair ras Lemon Symphony. Verweerster teelde en verhandelde van 2002 tot en met 2009 Spaanse margrieten onder de naam „Summerdaisy’s Alexander”. Verzoeker vordert een schadevergoeding van verweerster wegens inbreuk op zijn kwekersrecht. De zaak belandt uiteindelijk bij het Oberlandesgericht die prejudiële vragen stelt over vaststelling van de "passende vergoeding" uit artikel 94(1)(a) Gemeenschapskwekersrechtverordening:

1) Dient bij de vaststelling van de „passende vergoeding” die een inbreukmaker overeenkomstig artikel 94, lid 1, sub a, [van verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (hierna: „verordening nr. 2100/94”)] moet betalen aan de houder van een communautair kwekersrecht, omdat hij, zonder daartoe gerechtigd te zijn, de in artikel 13, lid 2, van verordening nr. 2100/94 genoemde handelingen verricht, uitgaande van het gebruikelijke recht dat op hetzelfde grondgebied in een marktconforme licentie wordt gevraagd voor de in artikel 13, lid 2, van verordening nr. 2100/94 aangeduide handelingen, bijkomend steeds globaal een bepaalde „inbreuktoeslag” te worden begroot? Volgt dit uit artikel 13, lid 1, tweede volzin [van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (hierna: „handhavingsrichtlijn”)]?

2) Dient bij de vaststelling van de „passende vergoeding” die een inbreukmaker overeenkomstig artikel 94, lid 1, sub a, van verordening nr. 2100/94 moet betalen aan de houder van een communautair kwekersrecht, omdat hij, zonder daartoe gerechtigd te zijn, de in artikel 13, lid 2, van verordening nr. 2100/94 genoemde handelingen verricht, uitgaande van het gebruikelijke recht dat op hetzelfde grondgebied in een marktconforme licentie wordt gevraagd voor de in artikel 13, lid 2, van verordening nr. 2100/94 aangeduide handelingen, in het concrete geval aanvullend rekening te worden gehouden met de volgende overwegingen respectievelijk omstandigheden, als factoren die de vergoeding verhogen:
a) de omstandigheid dat het bij het litigieuze ras waarop inbreuk is gemaakt, gedurende de doorslaggevende periode ging om een ras dat op de markt op grond van bijzondere eigenschappen over een unieke positie beschikte, wanneer het marktconforme licentierecht wordt bepaald door middel van...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229