Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20141023, Rb Limburg, Prostelko

Geen verbod tot executie kort geding vonnis: eiser heeft in strijd gehandeld met vonnis van 11 maart 2014. Geen buitengerechtelijke ontbinding licentieovereenkomst: niet aan in licentieovereenkomst genoemde ontbindingsgronden voldaan

EXECUTIEGESCHIL – OVEREENKOMST

Eiser heeft een stelkozijn ontwikkeld. In 2011 hebben eiser en Prostelko een licentieovereenkomst gesloten. Hierbij heeft eiser voor 10 jaar het alleenrecht tot productie en verkoop van het stelkozijn aan Prostelko verleend. Ook is aan Prostelko het gebruiksrecht verleend van de website van eiser en mag Prostelko de handelsnaam Prostelko gebruiken. Tussen partijen is eerder een geschil ontstaan, waarbij de Limburgse voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat aan de vereisten is voldaan voor een geslaagd beroep op de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst op grond van twee in de overeenkomst genoemde gronden. Prostelko heeft in april 2014 aan eiser dwangsommen aangezegd. Eiser vordert een verbod tot executie van het vonnis en stelt dat de overeenkomst alsnog is geëindigd. De vorderingen worden afgewezen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser in strijd heeft gehandeld met het vonnis van 11 maart 2014. Zo heeft eiser ter zitting onder meer erkend dat hij de website www.prostelko.nl aan Prostelko heeft overgedragen, maar inmiddels een eigen website www.prostelko.nl heeft, waarop zijn eigen naam en adresgegevens zijn vermeld. Ook verwijst de website niet naar de website van Prostelko.

Voorts oordeelt de voorzieningenrechter dat niet is voldaan aan de in de licentieovereenkomst genoemde ontbindingsgronden. Hoewel Prostelko niet de in de licentieovereenkomst genoemde accountantsverklaring met betrekking tot de jaarlijkse verkopen aan eiser heeft verstrekt, heeft eiser in de overeenkomst genoemde verplichting tot het vermelden van de ontbindingssanctie in sommatie niet in acht genomen. Hierdoor is niet voldaan aan de b-grond van artikel 14 van de licentieovereenkomst. Ook heeft eiser in het bestek van dit kort geding niet voldoende aannemelijk gemaakt dat er geen verdere zinvolle exploitatiemogelijkheden van het Prostelko-stelkozijn meer bestaan, waardoor hij zich niet met succes op de c-grond van artikel 14 kan beroepen.

IEPT20141023, Rb Limburg, Prostelko


(ECLI-versie)


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229