Brief van minister Kamp (EZ) aan de Tweede Kamer over de resultaten van het onderzoek naar de bijdrage van TO2-instituten aan octrooien die op naam van het bedrijfsleven staan.
"Hierbij stuur ik u de resultaten van het onderzoek1 naar de bijdrage van TO2 instituten aan octrooien die op naam van het bedrijfsleven staan. In deze brief ga ik ook in op de uitkomsten van de gesprekken die ik met de TO2-instituten over de onderzoeksresultaten heb gehad. Verder ontvangt u antwoord op de schriftelijke vraag van uw Kamer over hoeveel octrooien elk TO2-instituut bezit. [...]
Het onderzoek laat zien dat in de periode 2001 t/m 2010 in totaal 2.648 octrooifamilies gerelateerd zijn aan onderzoek bij TO2-instituten. Dit hoge aantal octrooifamilies illustreert het belang dat de TO2-instituten spelen bij de valorisatie van hun onderzoek. Van de aanvragen hiervoor zijn 1.181 op naam van de TO2– instituten zelf gedaan. Er zijn 1.283 octrooiaanvragen op naam van derden gedaan. Tot slot is een relatief beperkt aantal van 184 families gezamenlijk aangevraagd op naam van een TO2–instituut en op naam van derden, d.w.z. doorgaans van opdrachtgevers.
Uit het onderzoek blijkt dat sprake is van een uiteenlopende mate van ‘octrooi-intensiteit’ bij de TO2–instituten. Globaal kan gesteld worden dat drie TO2- instituten bij hun kennisbescherming en – benutting een octrooi-intensieve aanpak hebben (DLO, ECN en TNO) en dat dat bij de drie andere niet of in veel mindere mate het geval is (DELTARES, MARIN en NLR).
Uit het onderzoek blijkt ook dat in verhouding tot wat bij universiteiten het geval is, betrekkelijk veel octrooiaanvragen door de TO2-instituten zelf gedaan worden en dat deze daarmee ook betrekkelijk veel octrooien in eigen beheer hebben. Waar bij universiteiten de relatie octrooiaanvragen van universiteiten ten opzichte van die van derden 1:27 is, is deze relatie bij de TO2-instituten 1 op 1. Eén van de verklaringen is dat de TO2- instituten een actief beleid hebben, gericht op een zo breed mogelijk gebruik van octrooien. De TO2-instituten beogen, als zij beheerder zijn van octrooien, bij het gebruik van intellectuele eigendom zo veel mogelijk niet-exclusieve en niet-conflicterende rechten en licenties aan meerdere partijen in meerdere sectoren te verlenen. Daarmee richten zij zich op een maximale maatschappelijke benutting van kennis. Dit dient onder marktconforme tarieven en op laagdrempelige wijze te plaats te vinden, zoals ook staat beschreven in de...