Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20141224, Rb Noord-Holland, NIC

Geen auteursrechtinbreuk: uit akte van oprichting en akte van inbreng blijkt dat auteursrechten van overleden [A] in vennootschap zijn ingebracht, zodat deze auteursrechthebbende is. Ten overvloede: als auteursrechten niet bij vennootschap berusten zijn ze bij [A] gebleven en is aan vennootschap een ongeschreven licentie verstrekt. Ongeschreven licentie niet opgezegd: belang voor opzegging onvoldoende onderbouwd, geen redelijke opzegtermijn en geen passende schadeloosstelling.

AUTEURSRECHT

[A.] is een kunstenaar die landelijk en internationaal bekend is. [A.] was in gemeenschap van goederen gehuwd met [eiser1]. [eiser2], [eiser3] en [gedaagde1] zijn kinderen van [A.] en [eiser1]. In 1989 heeft [A] een vennootschap opgericht ten behoeve van de exploitatie van de kunstwerken. [A.] is in 1994 overleden. Eisers stellen nu onder meer dat gedaagden, waaronder de vennootschap, inbreuk maken op hun auteursrechten.

Gedaagden beroepen zich op de oprichtingsakte van de vennootschap en op de zogenaamde akte van inbrenging, waaruit zou blijken dat de auteursrechten zouden zijn overgedragen aan de vennootschap. Een taalkundige uitleg van de aktes wijst erop dat alles is overgedragen en dat geen uitzondering is gemaakt voor de auteursrechten. Dat blijkt ook uit het doel van de vennootschap, dat van 1989 tot heden het gehele artistieke erfgoed van [A.] heeft beheerd en geëxploiteerd. Aangezien de vennootschap de auteursrechten bezit kan dus geen sprake zijn van auteursrechtinbreuk.

Ten overvloede merkt de rechtbank op dat als de auteursrechten niet bij de vennootschap berusten, ze bij [A] zijn gebleven en dat aan de vennootschap een ongeschreven licentie is verstrekt. Dit wordt door eisers ook niet bestreden. Eisers beogen echter een beëindiging van de licentieovereenkomst. Volgens de rechtbank is de ongeschreven licentie, die als duurovereenkomst voor onbepaalde tijd kan worden gekwalificeerd, niet opgezegd. Het belang van [eiser1] bij de opzegging is onvoldoende onderbouwd, er is geen redelijke opzegtermijn in acht genomen en geen aanbod tot passende schadeloosstelling gedaan, waardoor er geen verklaring voor recht betreffende de beëindiging van de licentieovereenkomst kan worden gegeven.

IEPT20141224, Rb Noord-Holland, NIC

(ECLI-versie)


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229