Conclusie A-G Hammerstein inzake Stokke v Hauck, 20 maart 2015
Auteursrecht. Conclusie van A-G Hammerstein inzake de cassatie ingesteld tegen IEPT20140429, waarin is geoordeeld dat de New Alpha-stoel geen inbreuk maakt op het auteursrecht van de Tripp Trapp-stoel. Zie ook IEPT20101222 (rb). De conclusie strekt tot verwerping van het cassatieberoep. In citaten:
“4.3 Het is dus geen wonder dat de stoel auteursrechtelijk is beschermd. Stokke claimt een "ruime beschermingsomvang". Met de A-G Verkade zie ik echter niet in wat "ruim" toevoegt aan beschermingsomvang. In alle gevallen moet die omvang immers nauwkeurig worden afgebakend volgens de gebruikelijke maatstaf en aan de hand van de per geval verschillende feiten en omstandigheden. Stokke kan zich echter in dit opzicht niet over het oordeel van het hof in deze zaak beklagen, want het hof heeft in rov. 4.1 een ruime beschermingsomvang tot uitgangspunt genomen. Stokke ziet dit anders. Zij meent dat het hof zijn oordeel innerlijk tegenstrijdig heeft gemotiveerd door enerzijds dit uitgangspunt te hanteren en anderzijds de bescherming juist lijkt te hebben beperkt en te hebben laten verwateren. Naar mijn opvatting mist deze klacht in onderdeel I.11 feitelijke grondslag en voorts ook zelfstandig belang omdat als de overige klachten van onderdeel I niet slagen, dit onderdeel niet tot cassatie kan leiden.
4.4 De overige klachten van onderdeel I berusten op een onjuiste lezing van het arrest van het hof en kunnen daarom bij gebrek aan feitelijke grondslag niet tot cassatie leiden. In onderdeel 11 wordt terecht niet bestreden dat het hof de maatstaf heeft toegepast die uw Raad in het arrest Stokke/Fikszo heeft geformuleerd in rov. 4.2 (die hiervoor al is vermeld). Het hof heeft dus niet miskend dat tot de auteursrechtelijke beschermde trekken ook onbeschermde elementen behoren voor zover de selectie of combinatie daarvan aan de werktoets beantwoordt. Het hof vermeldt in rov. 4.11 dat Stokke hierop een beroep heeft gedaan en in welke processtukken zij dat heeft gedaan. Het kan daarom aan het hof niet zijn ontgaan dat Stokke 26 punten van overeenstemming heeft vermeld, anders dan onderdeel I.2 betoogt. Het hof overweegt uitdrukkelijk dat 26 punten zijn genoemd, maar oordeelt dat op 21 punten niet afzonderlijk behoeft te worden ingegaan. Het hof heeft ook goed begrepen dat het alleen moest beoordelen of de selectie of combinatie van de 26 punten aan de werktoets beantwoordde. […]
4.18 De klachten van...