Gerede kans dat EP 914 in bodemprocedure wordt vernietigd wegens gebrek aan inventiviteit: vakman zou vibratieprobleem onderkennen en realiseren dat trillingen negatieve uitwerking hebben op stabiliteit van de elektrische verbinding. Ook zou hij geheugeneenheid zo ver mogelijk van de bron van de verschillende problemen af plaatsen. Vakman zou communicatie-aansluiting verder van de bron van vibraties – de aandrijfkrachtopname-eenheid – plaatsen dan de aarde-aansluiting.
OCTROOIRECHT
Spoedappel tegen IEPT20141030 (rb), waarin is geoordeeld dat er een gerede kans bestaat dat octrooi EP 914 voor een “developing device and image forming apparatus” wordt herroepen wegens gebrek aan inventiviteit. Het hof bekrachtigt het vonnis.
Voor de beoordeling van de inventiviteit van EP 914 wordt US 2007/0189781, ook wel “Konica” aangemerkt als meest nabije stand van de techniek. Uitgangspunt voor de beoordeling van de inventiviteit is de “Konica”-cardridge met een geheugeneenheid die aan dezelfde kant daarvan is geplaatst als de aandrijfkrachtopname-eenheid.
Het eerste verschil tussen EP 914 en de stand van de techniek is dat in de cartridge volgens conclusie 1 van EP 914 de geheugeneenheid aan de achterkant daarvan is geplaatst, terwijl deze in de meest nabije stand van de techniek aan de voorkant is geplaatst, de kant die zich het dichtst bij de printer bevindt. De gemiddelde vakman zou, omdat het tot zijn normale taak behoort om voortdurend bezig zijn met het opsporen van tekortkomingen in bestaande producten als de “Konica”-cartridge, zonder meer het optreden van vibraties daarin hebben opgemerkt. Voorts zou de gemiddelde vakman op basis van zijn algemene vakkennis onmiddellijk hebben ingezien dat de door hem gesignaleerde trillingen een negatieve uitwerking hebben op de stabiliteit van de elektrische verbinding, zodat dit inzicht niet inventief is.
Ook ten aanzien van de drie andere problemen - het warmte-, tonerverspreidings- en hinderprobleem - is geen sprake van inventiviteit. Deze problemen vloeien blijkens de beschrijving alle voort uit de positie van de geheugeneenheid op de cartridge uit de stand van de techniek (aan de voorkant daarvan, en dus het dichtst bij de printer). Het hof neemt in aanmerking dat terecht niet is gesteld dat het onderkennen van deze problemen inventief was en dat het voor de gemiddelde vakman voor de hand lag om die problemen op te lossen door de positie van de geheugeneenheid te veranderen. Hierbij...