Onrechtmatig bewust profiteren van wanprestatie door erkende dealers van Renault: verweer dat Van den Brink geen nieuwe (Renault) auto's verkoopt gaat niet op. Verwarringsgevaar tussen bedrijfslogo Van den Brink en beeldmerk Renault wordt aangenomen: sprake van soortgelijke waren en diensten, visuele overeenstemming en grote bekendheid van beeldmerk van Renault.
ONGEOORLOOFDE CONCURRENTIE – MERKENRECHT
Eiseres Renault hanteert binnen de EER een selectief distributiesysteem: nieuwe personenauto’s worden uitsluitend aan eindgebruikers verkocht via een netwerk van erkende Renault-dealers en in het dealercontract is een doorleververbod opgenomen. Gedaagde Van den Brink exploiteert een automobielbedrijf en gebruikt hiervoor haar website autovandenbrink.nl, waarop zij zich tot voor kort profileerde als ‘Renault specialist’ en een op het beeldmerk van Renault gelijkend bedrijfslogo hanteerde. Renault vordert nu staking van de handel in nieuwe Renault-voertuigen en van elk gebruik van inbreukmakende tekens en de woorden ‘Renault’, ‘Renault specialist’ of ‘specialist in Renault’ in het bedrijfslogo, evenals opgave van de identiteit van de partijen van wie gedaagde de betreffende voertuigen heeft betrokken.
De voorzieningenrechter wijst de vorderingen toe. De stelling van Renault dat Van den Brink onrechtmatig handelt jegens haar door bewust te profiteren van andermans wanprestatie slaagt. Renault heeft onbestreden gesteld dat het handelen van Van den Brink oneerlijke concurrentie ten opzichte van de erkende dealers oplevert omdat zij grote investeringen en inspanningen hebben moeten doen om tot het selectieve distributiesysteem van Renault te worden toegelaten. Bovendien wordt het systeem nu ondermijnd, enerzijds zal de bereidheid van erkende dealers zich aan hun contractuele verplichtingen te houden afnemen, terwijl anderzijds de toetreding van nieuwkomers wordt gehinderd. Het verweer van Van den Brink dat zij geen nieuwe auto’s verkoopt gaat niet op: gedaagde was blijkens haar aanprijzingen op de website namelijk ook van mening dat het ‘gloednieuwe Renaults’ betrof.
De merkenrechtelijke vorderingen zien niet op het (refererend) gebruik van de tekens ‘Renault’, ‘Renault Specialist’ of ‘Specialist in Renault’, maar richten zich uitsluitend op het gebruik door Van den Brink van zijn (oude en nieuwe) bedrijfslogo en het gebruik daarin van voornoemde tekens. Verwarringsgevaar in de zin van artikel 2.20(1)(b) BVIE wordt...