Auteursrechten met betrekking tot de “(Symphonica in) Hossa(!)” logo’s, niet in afwijking van artikel 8 Aw bij maker [S] zijn gebleven: onvoldoende aannemelijk dat dit uit overgelegde verklaringen zou blijken en algemene voorwaarden waaruit dit zou blijken pas ruimschoots na eerste openbaarmaking door WESP aan [L] gezonden. Presentatie van het logo door [S] aan SPW en/of WESP betrof een te beperkt publiek om te kunnen gelden als eerste openbaarmaking in de zin van de Auteurswet. Beeldmerk “Hossa” niet te kwader trouw gedeponeerd: geen voorgebruik, nu WESP in 2012-2014 met toestemming van [S] het logo gebruikte ter onderscheiding van waren en diensten. [S] niet op grond van algemene voorwaarden uitsluitend bevoegd tot depot beeldmerk: zou leiden tot conflict van rechten/uitholling auteursrecht WESP (nu overgedragen aan DMGE).
AUTEURSRECHT – MERKENRECHT
Kort geding. DMGE houdt zich bezig met het organiseren en exploiteren van (muziek)festivals. [J] is beroepsmuzikant en bestuurder van West Music. [S] is zijn zoon, die een ontwerpbureau exploiteert. Stichting Westervoortse Evenementen en Speciale Producties (WESP) heeft sinds 2012 een muziekevenement georganiseerd. In 2012 onder de naam “Symphonica in Hossa” en in 2014 onder de naam “Hossa”. [S] heeft hiervoor twee logo’s ontworpen. Nadat WESP in financieel zwaar weer is terechtgekomen heeft DMGE de activa en IE-rechten van WESP gekocht. Partijen beroepen zich over en weer op de IE-rechten met betrekking tot “(Symphonica in) Hossa(!)”.
Tussen partijen staat vast dat [S] de fysieke maker is van het Symphonica in Hossa logo en dat WESP dit logo als van haar afkomstig openbaar heeft gemaakt zonder [S] daarbij als maker te vermelden. In geschil is echter of partijen (tijdig) zijn overeengekomen dat de auteursrechten bij [S] zouden blijven rusten, zodat deze in afwijking van artikel 8 Aw niet op WESP (als fictieve maker) zijn overgegaan. De voorzieningenrechter overweegt dat [J] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat uit een aantal overgelegde verklaringen blijkt dat de IE-rechten rondom het muziekevenement bij de heren [J] (zouden blijven) berusten. Voorts is aangevoerd dat [J] de auteursrechten heeft voorbehouden door middel van de algemene voorwaarden die aan [L] zijn gezonden bij de offerte voor de aanpassing van het logo ten behoeve van het evenement dat in 2014 is gehouden. Dat is dus ruimschoots na de eerste openbaarmaking door WESP. Voor zover [J] door de toezending...