Raad voor Cultuur, Advies Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen.
"De Raad voor Cultuur beschouwt de integratie van de functies van de Stichting Bibliotheek.nl, het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek als een belangrijke stap in de richting van een toekomstbestendige bibliotheeksector. Dat geldt ook voor de positionering van de Koninklijke Bibliotheek als dé landelijke bibliotheekorganisatie en de oprichting van een landelijke digitale bibliotheek. Dat schrijft de raad in zijn advies over de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen. Minister Bussemaker (OCW) wil deze wet op 1 januari 2015 laten ingaan."
" De structuur van de digitale bibliotheek
Terecht stelt u dat diverse digitale initiatieven naast en onafhankelijk van elkaar zijn genomen en dat deze weinig efficiënt zijn gebleken. De raad vindt het daarom van groot belang dat het Rijk de verantwoordelijkheid op zich neemt voor de inrichting van een landelijke digitale bibliotheek en dat deze bij de KB wordt ondergebracht.
De auteursrechten blijven een belangrijk punt van zorg. Het Europese auteursrechtelijke kader laat geen ruimte voor de invoering op nationaal niveau van een wettelijke uitzondering die e-lending door openbare bibliotheken toestaat.6 Dit betekent dat het uitlenen van e-content zal moeten plaatsvinden op basis van contractuele afspraken tussen betrokken partijen (auteurs, uitgevers, rechtenorganisaties, distributeurs en bibliotheken). Wanneer collectieve afspraken en bekostiging niet mogelijk zijn, moeten rechten dus per boek, per individuele uitgever c.q. per rechthebbende geregeld worden. Dit kan een arbeidsintensief en kostbaar proces worden.
Wanneer de toegang tot auteursrechtelijk beschermde werken in de digitale bibliotheek alleen is voorbehouden aan bibliotheekleden, betekent dit volgens de raad een onwenselijke restrictie op de toegankelijkheid van informatie. In de fysieke bibliotheek zijn dergelijke werken immers wel te raadplegen door niet-leden. In aanvulling hierop is het eveneens opvallend dat contributievrijstelling voor de jeugd bij het lidmaatschap voor de fysieke bibliotheek wel wordt geregeld (art. 11), maar dat dit niet voor de digitale bibliotheek (art. 17) het geval is. Deze keuze vraagt om een nadere onderbouwing. De raad vindt de contributievrijstelling voor de jeugd een goede zaak en zou het betreuren als een dergelijke vrijstelling niet geldt voor de digitale bibliotheek.
De nieuwe rol van de Koninklijke Bibliotheek
De...