Volkskrant mag artikel publiceren: vindt voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. Voorshands hoeft niet van Volkskrant te worden verwacht dat de juistheid van de publicatie onomstotelijk vast is komen te staan. Voldoende zorgvuldig journalistiek onderzoek verricht. Ernstige inbreuk op reputatie en privacy niet voldoende om publicatieverbod vooraf te wettigen.
De Volkskrant is voornemens een artikel te publiceren naar aanleiding van een interview met eiser. Eiser vordert in kort geding het artikel dan wel helemaal te verbieden, dan wel passages met enkele aantijgingen dan wel verdachtmakingen weg te laten door De Volkskrant. Deze aantijgingen dan wel verdachtmakingen zijn onder ander dat eiser zich jarenlang schuldig zou hebben gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag, misbruik van zijn positie, verantwoordelijkheid voor een onveilig klimaat binnen zijn professionele omgeving en het feit dat er onrust zou zijn rond zijn positie.
De rechter oordeelt dat De Volkskrant voorshands terecht heeft aangevoerd dat van haar niet hoeft te worden verwacht dat de juistheid van de publicatie onomstotelijk vast is komen te staan. Wel mag van haar worden verwacht dat zij voldoende zorgvuldig journalistiek onderzoek verricht. Onderdeel hiervan is correcte toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor. Deze twee laatste zaken is sprake volgens de rechter. Het feit dat eiser geen public figure is, en daarmee minder mediabelangstelling heeft te dulden doet hier volgens de rechter niet aan af. Concluderend oordeelt de rechter dat de voorgenomen publicatie niet in zodanige mate inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van [eiser] dat een publicatieverbod vooraf gewettigd zou zijn. Dit leidt tot de conclusie dat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen.
(ECLI)