Geen schending concurrentiebeding: gedaagde gaf advies over ander gewas dan die opgenomen in concurrentiebeding. Niet aannemelijk dat concurrentiebeding ook zag op het gewas phalaenopsis en geen uitbreiding beding beoogd.
ONRECHTMATIGE CONCURRENTIE
Gedaagde is ex-werknemer van Anthura, waar hij werkzaam is geweest als veredelaar van anthuriums en phalaenopsis, twee soorten bloemgewassen. Bij de indiensttreding bij Anthura heeft hij een arbeidsovereenkomst ondertekend, met een concurrentieclausule waarin was bedongen dat hij ‘gedurende drie jaren na het eind van het dienstverband zich ervan diende te onthouden een dienstbetrekking aan te gaan met een werkgever of diens gelieerd bedrijf, in de Anthuriumbranche.’ Binnen drie jaar na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst is hij als zelfstandige gaan werken en verstrekte hij op basis van overeenkomsten van opdracht teeltadviezen ten aanzien van het bloemgewas phalaenopsis aan een concurrent en aan enkele klanten van Anthura. Anthura vordert in kort geding naleving van het concurrentiebeding.
De rechter oordeelt dat het aannemelijk is dat de term “anthuriumbranche” niet zo ver strekt dat daaronder ook werken met het gewas phalaenopsis begrepen dienen te worden. De zuiver taalkundige uitleg van het non-concurrentiebeding brengt niet met zich mee dat dat non concurrentie beding ook phalaenopsis omvat. Ook op grond van andere omstandigheden kan niet worden aangenomen dat gedaagde behoorde te begrijpen dat het non concurrentiebeding, anders dan er staat, ook betrekking heeft op phalaenopsis. De vorderingen worden afgewezen.
Lees het vonnis hier. De full tekst doorzoekbare pdf volgt.
↧
IEPT20150512, Rb Gelderland, Anthura
↧