Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20150903, HvJEU, Iron & Smith v Unilever

Wanneer ouder gemeenschapsmerk bekend is in aanmerkelijk gedeelte van grondgebied EU, hetgeen het grondgebied van één enkele lidstaat kan zijn en waar niet noodzakelijk het verzoek om inschrijving van het jonger nationaal merk is ingediend, is sprake van bekendheid in de zin van artikel 4(3) Merkenrichtlijn. Criteria met betrekking tot normaal gebruik van het Gemeenschapsmerk als zodanig irrelevant voor oordeel over bekendheid. Houder ouder Gemeenschapsmerk dat bekend is in aanmerkelijk deel van grondgebied van de Unie, maar niet bij relevante publiek van lidstaat waar inschrijving jonger nationaal merk is verzocht, kan zich verzetten tegen inschrijving van dat merk, wanneer commercieel niet te verwaarlozen deel van publiek dat oudere gemeenschapsmerk kent en in verband brengt met het jongere nationale merk en daadwerkelijk inbreuk wordt gemaakt op het gemeenschapsmerk, dan wel indien sprake is van een ernstig gevaar dat inbreuk zich in de toekomst voordoet.

MERKENRECHT

Prejudiciële vragen van de Fővárosi Törvényszék (Hof te Boedapest, Hongarije) over onder welke voorwaarden een gemeenschapsmerk bekend is in de zin van artikel 4(3) Merkenrichtlijn. De vraag is gerezen in een geschil over de verzochte inschrijving van het gekleurde beeldteken “be impulsive” als nationaal merk door Iron & Smith. Unilever heeft hiertegen succesvol oppositie ingesteld op grond van haar oudere internationale en communautaire woordmerken “Impulse”. Het Bureau stelde vast dat het gemeenschapsmerk in een aanmerkelijk gedeelte van de Unie bekend was en weigerde de inschrijving van het merk. De verwijzende rechter vraagt zich onder meer af of, zelfs indien er sprake is van een dergelijke bekendheid, kan worden aangenomen dat wanneer merk onbekend is in de betrokken lidstaat, er door het gebruik van het jongere merk zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel kan worden getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het oudere gemeenschapsmerk. Het Hof van Justitie EU beantwoordt de vragen als volgt:

1) Artikel 4, lid 3, van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten moet aldus worden uitgelegd dat wanneer een ouder gemeenschapsmerk bekend is in een aanmerkelijk gedeelte van het grondgebied van de Europese Unie, dat in voorkomend geval kan overeenkomen met het grondgebied van één enkele lidstaat, die niet...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229