BHIM, 16 september 2015, Desch v Blompot
Modellenrecht. Twee nietigheidsverzoeken voor een model van een bloempot. Zaak I betreft het bovenstaande model op de afbeelding links, zaak II het onderste model. Desch stelt dat de modellen niet nieuw zijn en geen individueel karakter hebben, omdat zij sterk overeenstemmen met een eerder model dat sinds het jaar 2000 door Desch zou zijn verkocht. De nietigverklaring wordt afgewezen. Zie ook de eerdere uitspraak van de rechtbank Den Gelderland over slaafse nabootsing van de bloempot (IEPT20131209), waarin de vorderingen van Desch zijn afgewezen.
Het BHIM onderzoekt eerst of het gestelde eerdere model voor het publiek beschikbaar is gesteld als bedoeld in artikel 7(1) GMeV. Verzoekster Desch heeft kopieën van catalogussen, verkoopsaantallen, losse foto’s die op beurzen zouden zijn genomen, een technische tekening om haar auteursrecht aan te tonen en een verklaring ingediend.
Het BHIM oordeelt dat het model niet voor het publiek beschikbaar is gesteld. Dat de technische tekening beschikbaar is gesteld aan het publiek is onvoldoende onderbouwd. Voorts heeft verzoekster niet bewezen dat zij auteursrechthebbende is op de bloempot in Nederland. Hiertoe had zij op grond van Nederlands auteursrecht moeten aantonen dat er auteursrecht bestaat op de pot en vanaf wanneer, hetgeen niet is gebeurd. De overgelegde foto’s zijn niet gedateerd en de verklaring is van de directeur van Desch, waardoor aan de objectiviteit van de verklaring kan worden getwijfeld. Zelfs als de catalogussen de potten weergeven, welke ook in de verkoopsaantallen worden genoemd, is er geen aanvullend bewijs om de beschikbaarstelling aan het publiek aan te tonen. Het BHIM oordeelt daarom dat Desch onvoldoende bewijs heeft aangeleverd.
Lees de nietigheidsverzoeken hier (voor model 002351528-0001) en hier (voor model 002351528-0002)
