Merkenrecht. Beroep tegen de vernietiging van inschrijving van het woordmerk ,,ATHEIST” voor waren en diensten van klassen 18, 25 en 35.
Het beroep wordt verworpen. Er is sprake van verwarringsgevaar tussen de woordmerken ‘ATHÉ’ (oud) en ‘ATHEIST’ (nieuw). Visueel stemmen de woordmerken gemiddeld overeen omdat ze met dezelfde letters beginnen. Fonetisch wordt het eerste deel van beide woordmerken hetzelfde uitgesproken waardoor er ook sprake is van gemiddelde overeenstemming. Conceptueel zal het relevante publiek (het Franssprekende publiek) aan beide woordmerken dezelfde betekenis toekennen. Dat het nieuwe woordmerk Engels is doet hier niet aan af. Er is conceptueel een hoge mate van overeenstemming. Daarnaast komen de waren en diensten waarvoor de woordmerken zijn ingeschreven overeen.
31. In the present case, account being taken of the identity or similarity of the goods and services referred to in paragraphs 8 and 10 above, of the average similarity of the marks at issue visually and phonetically and their high similarity conceptually, the Board of Appeal was right to find that the relevant public might believe that the goods and services in question were supplied or provided by the same undertakings. In particular, it is not inconceivable that the relevant public might perceive those marks as being related marks, designating different product lines, in so far as the earlier mark is entirely contained in the mark applied for, although without an accent on the letter ‘e’.
Lees het arrest hier.