Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20151027, Hof Den Bosch, Tijned

27 uitlatingen waarin appellant van o.a. fraude, bedreiging en criminaliteit is verdacht onrechtmatig: appellant ondervindt daadwerkelijke hinder en geen steun in feitenmateriaal. Uitlatingen die niet onrechtmatig zijn kunnen wel in strijd zijn met vaststellingsovereenkomst. Schending vaststellingsovereenkomst door doen van 28 negatieve uitlatingen: € 28.000.

PUBLICATIE – OVEREENKOMST

Hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Bosch van 28 september 2011. Partijen zijn broers. Appellant en geïntimeerde zijn ieder aandeelhouder en/of (mede) bestuurder (geweest) van vennootschappen en/of stichtingen in de horeca en appellant onderneemt nog steeds in de horeca, onder meer als bestuurder van Tijned B.V. Partijen hebben in verband met meerdere geschillen die tussen hen zijn gerezen een vaststellingsovereenkomst gesloten op 27 oktober 2006, waarin onder andere een verbod op het doen van negatieve uitlatingen is opgenomen met een boete van € 1000 per overtreding. Appellant stelt dat geïntimeerde onrechtmatige uitlatingen over hem heeft gedaan en vordert betaling van € 62.000 op grond van de vaststellingsovereenkomst.

Het hof oordeelt dat er sprake is van 27 onrechtmatige uitlatingen. Deze uitingen zijn deels in ferme bewoordingen geformuleerd. Geïntimeerde heeft onvoldoende bestreden dat appellant daadwerkelijke hinder ondervindt bij onder meer zijn zakelijke activiteiten door de negatieve uitlatingen. Ook heeft geïntimeerde onvoldoende onderbouwd dat sprake is van steun in het feitenmateriaal.

Met betrekking tot de vaststellingsovereenkomst wordt overwogen dat het hierbij niet uitsluitend om de 27 als onrechtmatig aangemerkte uitlatingen gaat, maar dat de uitingen ook als ze niet onrechtmatig zijn eventueel wel strijdig kunnen zijn met de vaststellingsovereenkomst. Naast de 27 onrechtmatige uitlatingen wordt ook uiting 45 als negatieve uitlating beoordeeld door het hof, waardoor geïntimeerde 28 negatieve uitlatingen heeft gedaan en daarvoor € 28.000 moet betalen aan appellant. Appellant heeft voorts gezien de summiere betwistingen van geïntimeerde voldoende aannemelijk gemaakt dat hij schade heeft geleden als gevolg van de onrechtmatige uitlatingen. De zaak wordt dan ook naar de schadestaat verwezen.

IEPT20151027, Hof Den Bosch, Tijned

(ECLI-versie)


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229