Uit het persbericht: “In zijn arrest M’Bala M’Bala v. France heeft het EHRM bepaald dat een optreden van een Franse cabaretier waarin beledigende en negationistische uitlatingen over joden werden gedaan niet vallen onder het recht van vrijheid van meningsuiting ex artikel 10 EVRM.
De betreffende cabaretier had voor zijn show in het ‘Zénith’-theater in Parijs de academicus Robert Faurisson uitgenodigd, die al een aantal keer is veroordeeld voor onder meer holocaustontkenning, om hem een prijs uit te reiken. De prijs bestond uit een persiflage op een joodse kandelaar en een gestreepte pyjama die verwees naar de kledij van joden in concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het EHRM oordeelde dat het optreden van M’Bala M’Bala niet meer kon worden gezien als entertainment, maar als politieke bijeenkomst kon worden gekwalificeerd waarin onder meer haatzaaiing en holocaustontkenning werd gepromoot.
In citaten:
“In the Court’s view, this was not a performance which, even if satirical or provocative, fell within the protection of Article 10 (freedom of expression) of the European Convention on human rights, but was in reality, in the circumstances of the case, a demonstration of hatred and anti-Semitism and support for Holocaust denial. Disguised as an artistic production, it was in fact as dangerous as a head-on and sudden attack, and provided a platform for an ideology which ran counter to the values of the European Convention.
The Court thus concluded that Dieudonné M’Bala M’Bala had sought to deflect Article 10 from its real purpose by using his right to freedom of expression for ends which were incompatible with the letter and spirit of the Convention and which, if admitted, would contribute to the destruction of Convention rights and freedoms.”
Lees de uitspraak hier en het persbericht hier.