Kenbare strekking concurrentiebeding is dat Yarden gedurende een jaar na beëindiging van de overeenkomst geen concurrentie ondervindt van de vertrekkende franchisenemer. Verrichten of betrokken zijn bij uitvaart in verzorgingsgebied van overledene die zijn laatste woonplaats buiten het verzorgingsgebied had, valt te beschouwen als concurrerende activiteit. Indiensttreding brengt met zich dat voldoende aannemelijk dat appellante onrechtmatig jegens Yarden handelt.
ONRECHTMATIGE CONCURRENTIE
Hoger beroep tegen (IEPT20150213). Yarden Franchise is een uitvaartonderneming. [gedaagde] is (middellijk) bestuurder van de Passage-vennootschappen. In het verleden waren de Passage-vennootschappen franchisenemers van Yarden. De franchiseovereenkomst is op 30 november 2014 beëindigd. Yarden stelt dat zowel [gedaagde] als de Passage-vennootschappen boetes hebben verbeurd door schending van de franchiseovereenkomst en dat onrechtmatig is gehandeld.
Het hof oordeelt dat een redelijke uitleg het concurrentiebeding met zich meebrengt dat de Passage geen uitvaarten mag verzorgen van personen die binnen het verzorgingsgebied hun laatste woonplaats hebben gehad en ook geen uitvaarten mogen verzorgen in het verzorgingsgebied, ook niet wanneer de overledene buiten het verzorgingsgebied zijn laatste woonplaats heeft gehad. De voor de Passage kenbare strekking van het concurrentiebeding is immers dat Yarden gedurende een jaar na beëindiging van de franchiseovereenkomst geen concurrentie ondervindt/ondervinden van de vertrekkende franchisenemer.
Verder oordeelt het hof dat het verrichten of betrokken zijn bij een uitvaart in verzorgingsgebied van een overledene die zijn laatste woonplaats buiten het verzorgingsgebied had, te beschouwen valt als concurrerende activiteit. De indiensttreding van appellante als commerciaal directeur bij Passage brengt derhalve met zich dat voldoende aannemelijk dat appellante onrechtmatig jegens Yarden handelt.
IEPT20151110, Hof Arnhem-Leeuwarden, De Passage v Yarden
(ECLI-versie)