Geen inbreuk op boeken "Weg van Lila" en "Vaderstad" door filmscript "Janey, Kind van de rekening!". Voor zover eiser Van Rhijn elementen heeft uitgewerkt en van detaillering heeft voorzien, komt aan teksten auteursrechtelijke bescherming toe. Waar in filmscript die tekstuele uitwerking niet is overgenomen, is geen sprake van auteursrechtinbreuk. Voor zover vele elementen uit boeken gelijkenis vertonen met filmscript leidt dit wel tot vermoeden van ontlening, maar niet tot inbreuk. Daarvoor missen die elementen hetzij op zichzelf, hetzij in de uitwerking daarvan, oorspronkelijkheid.
AUTEURSRECHT
Bodemprocedure na IEPT20120328 (vzr). Eiser Van Rhijn is schrijver van de in hoofdzaak autobiografische boeken met titels “Weg van Lila” en “Vaderstad”. Op verzoek van de in de filmrechten geïnteresseerde De Jong (gedaagde) heeft Van Rhijn een treatment voor een filmbewerking aan De Jong doen toekomen. Nadat partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen, heeft De Jong zich beziggehouden met zijn eigen echtscheidingsverhaal en ook een filmscript geschreven, genaamd “Janey, Kind van de rekening!”. Bij vonnis van 28 maart 2012 heeft de voorzieningenrechter te Leeuwarden gedaagde geboden zich te onthouden van iedere inbreuk op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van Van Rhijn op zijn boeken.
De rechtbank oordeelt anders en wijst de vorderingen af. Voor zover Van Rhijn de onderwerpen in zijn boeken heeft uitgewerkt door in teksten gebeurtenissen en gedachten van personen weer te geven en deze van detaillering heeft voorzien, hebben deze teksten een eigen en oorspronkelijk karakter en dragen ze het persoonlijk stempel van de maker. Er zijn echter geen teksten of delen van teksten uit de boeken van Van Rhijn in het filmscript overgenomen, zodat in zoverre geen sprake is van inbreuk.
Het feit dat in de boeken en het filmscript vele dezelfde elementen voorkomen betekent nog niet dat van inbreuk op auteursrecht sprake is. Wel geven de gesprekken tussen partijen in samenhang met de bekendheid van De Jong met de boeken en de treatment van Van Rhijn en de vervolgens voorkomende gelijkenissen grond voor het oordeel dat gedaagde bij het maken van zijn filmscript aan de boeken heeft ontleend. Ontlening is echter slechts auteursrechtelijk relevant indien hetgeen waaraan ontleend is als auteursrechtelijke elementen is aan te merken. De betreffende elementen missen daarvoor echter hetzij op zichzelf, hetzij in de uitwerking ervan, oorspronkelijkheid, deels...