Ter verkoop in voorraad hebben van voorraad Piloxing producten maakt inbreuk op merkrechten Piloxing: geen sprake van uitputting door impliciete licentie, invoer in Nederland, schikkingsovereenkomst of executoriale verkoop.
MERKENRECHT
Piloxing houdt zich bezig met de ontwikkeling en exploitatie van een fitnessprogramma onder de naam “PILOXING”. Piloxing is rechthebbende op het Gemeenschapswoord-/beeldmerk PILOXING voor onder andere kleding en sportartikelen. Met het oog op de introdictie van PILOXING in Europa is Piloxing in maart 2013 in contact gekomen met de heren [O] en {G]. In het kader van de samenwerking hebben zij Piloxing B.V. opgericht. Nadat er een geschil is ontstaan is er op 4 juli 2014 tijdens een kort geding zitting een schikkingsovereenkomst gesloten. De schikking bevat een bepaling dat Piloxing de voorraad merchandise artikelen zou overnemen. Hiervan is het echter niet gekomen, waardoor Piloxing de openstaande rekening van € 80.000 niet heeft voldaan. PIloxing B.V. heeft vervolgens executoriaal beslag gelegd op de dvoorraad en deze bij executoriale verkoop verkocht aan Californian voor een bedrag van € 11.000. Piloxing vordert nu onder andere een inbreukverbod. Zie ook IEPT20150923 inzake een zekerheidsincident.
De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van uitputting van de merkrechten van Piloxing. Tussen partijen is niet in geschil dat op enig moment een impliciete licentie aan Piloxing B.V. is verleend. Dit vormt echter onvoldoende grond voor een beroep op uitputting ten aanzien van individuele exemplaren die op basis van die licentie zijn vervaardigd, aangezien daarmee nog geen producten in de handel zijn gebracht in de EER. De voorraad is voorts niet uitgeput door de invoer ervan door Piloxing B.V., omdat dit gebeurde toen Piloxing en Piloxing B.V. nog samenwerkten en Piloxing B.V. een (impliciete) licentie had voor het gebruik van de merken. Er was daarom sprake van een economische verbondenheid tussen Piloxing en Piloxing B.V., waardoor Piloxing tijdens de inkoop en invoer in Nederland de controle over de goederen behield in merkenrechtelijke zin. Hierdoor heeft geen eerste verkoop in de EER plaatsgevonden. Ook het feit dat Piloxing B.V. de goederen vervolgens in voorraad had met het doel ze te verkopen in de EER is onvoldoende voor uitputting omdat de goederen onder de controle van Piloxing bleven en is de economische waarde daarvan niet gerealiseerd.
Ook de schikkingsovereenkomst heeft niet geleid tot...