Merkenrecht. Beroep door de houder van het Gemeenschapswoordmerk, het niet-ingeschreven merk en het gestelde algemeen bekende merk en “COYOTE UGLY” ingeschreven voor waren van klasse 14, 16, 21, 25, 32, 34, 41 en 42 tegen de afgewezen oppositie strekkende tot vernietiging van het nieuwere woordmerk “COYOTE UGLY” ingeschreven voor waren van klasse 41 en 43.
Het beroep wordt afgewezen. De Kamer van Beroep heeft terecht geoordeeld dat verzoekster zich niet op het oudere Gemeenschapswoordmerk kon beroepen in de oppositieprocedure, omdat het oudere merk was herroepen en daarom geen effect meer had. Ook is er niet onjuist gehandeld met betrekking tot het bewijs van het bestaan van de oudere rechten van verzoeker. Verzoeker claimt dat hij tevens houder was van het niet-geregistreerde woordmerk “COYOTE UGLY” en het algemeen bekende merk “COYOTE UGLY”. Om te bewijzen dat verzoeker houder was van het niet-geregistreerde woordmerk heeft hij stukken ingediend die niet in de procestaal waren vertaald. Het GEU oordeelt dat deze stukken daarom niet in aanmerking komen voor de beoordeling. Het GEU oordeelt verder dat uit het bewijs niet blijkt dat het merk bij het relevante publiek in de Europese Unie algemeen bekend is.
61. In the present case, as the Board of Appeal found in paragraph 57 of the contested decision, the evidence adduced does not show that the applicant’s business — namely the operation of bars under the name COYOTE UGLY in various locations in the United States and in particular in New York — is well known as such in the European Union or in its Member States. The evidence, although it shows that the film Coyote Ugly and its soundtrack were successful in 2000, does not demonstrate that the applicant’s business was widely associated with the film by the relevant public at the date the mark applied for was filed.
Lees het arrest hier.