Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

Prejudiciële vragen over concurrentiepositie bij licenties geneesmiddelenproducenten

$
0
0
Zaak C-179/16: F. Hoffmann-La Roche ea. Prejudiciële vragen Consiglio di Stato - Italië

Mededingingsrecht. Uit de samenvatting van minbuza.nl: “De ITA mededingingsAut (AGCM, verweerster) heeft bij besluit van 27-02-2014 vastgesteld dat de vier verzoeksters in deze zaak (Hoffmann-La Roche, La Roche, Novartis en Novartis Farma) een mededingingsbeperkend kartel in het leven hadden geroepen voor bepaalde geneesmiddelen (bewerkstelligen van een kunstmatige ‘differentiatie’).

Het geneesmiddel waar het hier om gaat is ontwikkeld door Genentech, dat onder controle staat van de Rochegroep. Genentech verhandelt haar producten uitsluitend in de VS, en heeft licenties afgegeven, in eerste instantie aan zusterbedrijf Roche maar omdat Roche zich voornamelijk op oncologische geneesmiddelen concentreert (Avastin, tegen tumoren) heeft Genentech voor het andere product (Lucentis, een oftalmologisch middel tegen een oogkwaal) licentie gegeven aan Novartis voor het in de handel brengen in de rest van de wereld. In ITA wordt op grond van de door het Europees Geneesmiddelenbureau afgegeven vergunning voor in de handel brengen Avastin op 26-09-2005 opgenomen op de lijst toegelaten geneesmiddelen; voor Lucentis volgt dat op 31-05-2007. Nadat ontdekt werd dat patiënten met beide aandoeningen na inname van Avastin voor wat betreft beide aandoeningen een gunstige reactie vertoonden besloten de behandelend artsen dat Avastin ondanks dat het daarvoor niet bestemd was voor de oogaandoening ingezet moest kunnen worden. Dit ‘niet geregistreerde gebruik’ is mogelijk (oftewel wordt vergoed) als er geen alternatief voorhanden is. Dit kan zo doorgaan tot 18-10-2012, dan wordt Avastin van de lijst geschrapt omdat er een alternatief voorhanden is. Verweerster verwijt verzoeksters kunstmatige differentiatie, manipulatie en onrechtmatige verdeling van de markt die mededingingsbeperkend werkt. Verzoeksters stellen dat de duur van de toelatingsperiode verhindert een positie als concurrent op te bouwen.

Bij de verwijzende ITA RvS stellen verzoeksters dat de partijen krachtens het EUrecht elke eventuele concurrentie van Roche (licentiegever) jegens Novartis (licentienemer) op de betrokken markt door middel van overeenkomsten rechtmatig hadden kunnen elimineren. Een degelijke beperking valt immers niet binnen de werkingssfeer van het verbod van VWEU artikel 101, lid 1, VWEU.Hij legt het HvJEU de volgende vragen voor:

1) Is het bij een juiste uitlegging van artikel 101 VWEU mogelijk...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229