AMI 2016/3, p.67-71, A.G.I. Terhorst: "De Wet houdende wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken1 (hierna: implementatiewet) en het Besluit zorgvuldig onderzoek verweesde werken zijn overeenkomstig de richtlijn verweesde werken op 29 oktober 2014 in werking getreden. Verweesde werken zijn auteurs- en nabuurrechtelijk beschermde werken en prestaties waarvan de rechthebbende ondanks een zorgvuldige zoektocht onbekend of onvindbaar is. Het is dan niet mogelijk om toestemming te verkrijgen voor een verveelvoudiging en openbaarmaking van het werk. Tenzij een beperking van toepassing is, is rechtmatig gebruik van het werk in beginsel niet mogelijk. Deze toestand kan door de lange beschermingsduur van het auteursrecht tientallen jaren duren. De richtlijn verweesde werken biedt bepaalde gebruikers een oplossing voor deze onwenselijke situatie. Met de implementatiewet verweesde werken is een nieuwe beperking in de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten geïntroduceerd (artt. 16o‑17 Aw en art. 10 onder l Wnr). Hiermee wordt het voor erfgoedinstellingen mogelijk om een verweesd werk zonder toestemming van de rechthebbende te digitaliseren en online beschikbaar te stellen aan het publiek. In deze bijdrage wordt ingegaan op de achtergrond en de totstandkoming van de richtlijn. Verder worden de door de implementatiewet geïntroduceerde bepalingen in de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten besproken. Ten slotte wordt kort vooruitgeblikt op mogelijke ontwikkelingen in de toekomst. [...]"