Procesrecht. Cassatie tegen arrest in de zaak 200.158.773/01 van het hof Arnhem-Leeuwarden van 13 januari 2015 waarin het hof oordeelt dat de onduidelijkheid met betrekking tot de reikwijdte van de toezegging in de gegeven omstandigheden, waarbij appellante zich heeft laten bijstaan door een deskundige, voor rekening van appellante komt. Tevens wijst het hof in deze zaak het beroep op aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid af en faalt het beroep op nawerking omdat appellante op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van slaafse nabootsing.
De Hoge Raad verwerpt het beroep op grond van artikel 81 lid 1 RO.
De full doorzoekbare .pdf volgt.
(ECLI-versie)