IPR. Nederlandse rechter bevoegd: betreft handelszaak, geïntimeerden wonen resp. zijn gevestigd in Nederland (art. 1 jo. 2 EEX). Toepasselijk recht is recht van Verenigd Koninkrijk: nu bedoelde websites wereldwijd raadpleegbaar zijn, moet zinsnede ‘het recht van het land waar de schade zich voordoet’ van artikel 4(1) Rome II op dezelfde wijze worden uitgelegd als zinsnede ‘de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen’ van artikel 5(3) EEX-Vo. Dit leidt ertoe dat in casu recht dient te worden toegepast van land waar centrum van belangen van Dahabshiil ligt en dat is recht van Verenigd Koninkrijk, aangezien Dahabshill daar gevestigd is.
PUBLICATIE - IPR
Vervolg op IEPT20121129 (vzr). Dahabshiil is een financiële organisatie, waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk en waarvan het klantenbestand in Nederland bestaat uit hier wonende Somaliërs die via Dahabshiil geld overmaken naar familie en vrienden in Somalië. Geïntimeerde is voorzitter van ASOJ en journalistiek verantwoordelijk voor de plaatsing op diverse websites van diverse publicaties waarin Dahabshiil wordt beschuldigd van banden met terrorisme, het aanzetten tot moord en het aanzetten tot het plegen van strafbare feiten. Dahabshiil vordert rectificatie, verwijdering en een verbod tot herhaling van bedoelde mededelingen. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen.
Nu het geschil internationale aspecten heeft (Dahabshiil is gevestigd in de UK), moet onderzocht worden of de Nederlandse rechter bevoegd is. Dit is het geval: het betreft een handelszaak (artikel 1 EEX-Vo) en nu geïntimeerde en ASOJ in Nederland woont resp. gevestigd is, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht (artikel 2 EEX-Vo). Ten aanzien van het toepasselijk recht oordeelt het hof dat de Rome II-Verordening op grond van artikel 10:159 BW van overeenkomstige toepassing is op de (gestelde) schending van eer en goede naam door geïntimeerden van na 1 januari 2012. Nu de bedoelde websites wereldwijd raadpleegbaar zijn, moet de zinsnede ‘het recht van het land waar de schade zich voordoet’ van artikel 4(1) Rome II op dezelfde wijze worden uitgelegd als de zinsnede ‘de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen’ van artikel 5(3) EEX-Vo. Dit heeft tot gevolg dat in casu het recht dient te worden toegepast van het land waar het centrum van de belangen van Dahabshiil ligt en dat is het recht van het Verenigd...
