Staat heeft niet onrechtmatig gehandeld jegens eisers/beslagenen door afdracht inbeslaggenomen geluidsbanden van The Beatles aan oorspronkelijke eigenaar, Apple Films. Eisers hebben onvoldoende onderbouwd waaruit zou blijken dat zij de eigendomsrechten (en eventuele auteursrechten) hebben op de geluidsbanden.
ONRECHTMATIGE DAAD
In 1992 hebben eisers in Engeland banden met geluidsopnamen van The Beatles gekocht van X. Naar aanleiding van een Brits rechtshulpverzoek heeft een doorzoeking van een woning plaatsgevonden, waarna 571 banden met geluidsopnamen van The Beatles in beslag zijn genomen. Deze banden zijn vervolgens aan de verzoekende Britse autoriteiten verstrekt in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen X. Na de veroordeling van X hebben zowel de rechtbank als het hof geoordeeld dat de inbeslaggenomen banden overgedragen moeten worden aan de oorspronkelijke eigenaar, Apple Films. Eisers stellen nu dat de Staat onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld door in strijd met hun eigendomsrecht de geluidsbanden aan Apple af te dragen en vorderen schadevergoeding. De vordering wordt afgewezen.
De afdracht van de geluidsbanden aan Apple heeft plaatsgevonden op grond van een procedure ex artikel 552a Sv; een dergelijke procedure houdt niet een beslissing in over ieders civiele rechten, maar geeft slechts een oordeel over de verblijfplaats van het inbeslaggenomen voorwerp. Op grond hiervan zal een vordering uit hoofde van onrechtmatige daad jegens de Staat wegens onjuiste afdracht niet snel slagen. In dit geval doet zich de bijzondere omstandigheid voor dat eisers de door henzelf aangespannen artikel 552a Sv-procedures niet volledig hebben kunnen doorlopen, terwijl tegen genoemde beschikking geen cassatieberoep openstond voor eisers. Om die reden kan naar het oordeel van de rechtbank de rechterlijke beslissing niet zonder meer tegengeworpen worden aan eisers.
Voor de vraag of de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door afdracht van de geluidsbanden aan Apple Films moet vast staan dat daarmee inbreuk is gemaakt op de eigendomsrechten van eisers. Eisers moeten derhalve stellen en bewijzen dat zij de eigendomsrechten en – mede met het oog op de waarde en de mogelijkheid van commercieel gebruik – ook de eventuele auteursrechten hebben op de geluidsbanden. Naar het oordeel van de rechtbank hebben eisers echter onvoldoende onderbouwd waaruit zou moeten blijken dat zij de eigendom van de banden hebben verworven (zie r.o. 4.8).
Lees het vonnis hier. De...