Opheffing ten laste van Tros gelegde beslagen en staking van executie door Pretium van eerder vonnis van rechtbank Den Haag in incident, totdat door die rechtbank in die bodemprocedure zal zijn beslist over (omvang van) verplichting van Pretium tot afgifte ex artikel 843a Rv van geluidsmateriaal aan Tros en verschuldigheid van dwangsommen terzake.
PUBLICATIE – EXECUTIEGESCHIL
Partijen hebben diverse juridische procedures gevoerd over de vraag of een uitzending van Tros Radar, waarin beelden worden vertoond die met een verborgen camera door een Tros medewerker zijn opgenomen van een cursus bij een voor Pretium werkend callcenter, en de daarin geuite beschuldigingen aan het adres van Pretium, onrechtmatig zijn. In het kader van de bodemprocedure heeft de rechtbank bij vonnis van 2 februari 2011 (IEPT20110202) het incidenteel verzoek ex artikel 843a Rv van Pretium tot afgifte van het ruwe beeld- en geluidmateriaal toegewezen. Pretium heeft vervolgens ten laste van Tros executoriaal derdenbeslag laten leggen: Tros zou namelijk € 500.000 aan dwangsommen hebben verbeurd, aangezien zij niet heeft voldaan aan voornoemd vonnis omdat zij op 6 juli 2011 niet het volledige beeldmateriaal heeft overgelegd, hetgeen blijkt uit het voor de tweede maal (19 september 2011) overgelegde materiaal. Tros vordert opheffing van de beslagen en staking van de executie van het vonnis van 2 februari 2011.
Uitgangspunt is dat Pretium de bevoegdheid heeft het vonnis ten uitvoer te leggen, tenzij Tros aan het vonnis zou hebben voldaan, en/of er sprake zou zijn van een klaarblijkelijke juridische of feitelijke misslag en/of als Pretium op andere gronden geen in redelijkheid te respecteren belang zou hebben bij gebruikmaking van haar executiebevoegdheid. De voorzieningenrechter oordeelt dat Tros niet tijdig heeft voldaan aan het vonnis van 2 februari, nu een clip met opnames bij het op 6 juli 2011 overgelegde materiaal ontbrak. Gelet op het doel en de formulering van het gebod, moet de veroordeling worden uitgelegd dat alle opnames in het callcenter moeten worden afgegeven, en dus ook de opnames die in de kantine waren gemaakt en die in het materiaal van 6 juli 2011 ontbraken. Verder is geen sprake van een klaarblijkelijke juridische of feitelijke misslag en brengt de executie ook niet anderszins misbruik van recht mee.
Het voorgaande neemt niet weg dat toch termen aanwezig zijn om de vorderingen van Tros toe te wijzen. Bij tussenvonnis van 7 september is namelijk beslist dat...