Incidentele bezwaren tegen eiswijzigingen afgewezen: geen belang voor zover uit nader standpunt van verweersters blijkt dat zij niet bedoeld hebben eis te wijzigen; stelling dat verweersters afstand hebben gedaan van het vorderen van een aandeel in EP 534 als gemeenschappelijk recht onvoldoende onderbouwd, zodat eiswijziging toelaatbaar is. Nieuwe nietigheidsgronden toelaatbaar nu stelling dat in eerste aanleg nieuwheid octrooi erkend zou zijn, onvoldoende is onderbouwd. Incident niet geschikt voor het verkrijgen van oordeel over materieel geschilpunt, zoals op het punt van inbreuk op octrooi.
OCTROOIRECHT - PROCESRECHT
Vonnis in incident. Ferring B.V. is houdster van Europees octrooi 1 501 534 (hierna: het octrooi) voor ‘desmopressin in an orodispersable dosade form´, en brengt in Nederland onder de merknaam Minrin Melt een desmopressinproduct (een product die de urineproductie tegen gaat) op de markt. Verweersters zijn alle eveneens actief op het gebied van de ontwikkeling en verkoop van farmaceutische producten.
Verweersters zijn in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank ’s-Gravenhage gewezen vonnis van 13 juni 2012 (IEPT20120613), en hebben grieven tegen het vonnis aangevoerd en hun eis gewijzigd. Ferring heeft een ‘incident bezwaar tegen eiswijziging’ genomen, waarbij zij bezwaar heeft gemaakt tegen een aantal eiswijzigingen en heeft gevorderd deze niet toe te staan. Ferring vordert ook dat verweersters in hun inbreukvorderingen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
De incidentele vorderingen van Ferring worden afgewezen.
Lees het arrest hier. Full text doorzoekbare pdf van het arrest volgt.