(Met dank aan Bas Le Poole en Bart Lukaszewicz, Houthoff Buruma, Jurriaan Jansen en Jeroen van Hezewijk, Freshfields Bruckhaus Deringer LLP, en Gino van Zolingen, NLkabel).
VEVAM kan haar rechtspositie niet langer baseren op artikel 26a Aw: geen primaire openbaarmaking door omroepen bij aanleveren van programma´s aan kabelexploitanten, zodat geen sprake is van heruitzenden door kabelaars. Zie ook IEPT20120410 (Norma/NLKabel). VEVAM kan zich evenmin beroepen op aansluitovereenkomsten tussen haar en regisseurs, of op postcontractuele redelijkheid en billijkheid, zodat VEVAM geen aanspraak meer kan maken op vergoedingen zoals bedoeld in artikel 26a Aw.
AUTEURSRECHT
Tot 1 oktober 2012 zijn zogenaamde Kabelovereenkomsten van kracht geweest, op grond waarvan alle Nederlandse kabelexploitanten, waaronder Ziggo en UPC, aan de CBO’s zoals VEVAM (die de belangen van regisseurs van filmwerken behartigt) een vergoeding hebben betaald per abonnee per maand ten behoeve van de verschillende groepen auteursrechthebbenden. Onderhandelingen over het sluiten van nieuwe overeenkomsten zijn zonder resultaat gebleven, zodat sinds 1 oktober 2012 de kabelexploitanten geen vergoeding meer betalen aan VEVAM. VEVAM vordert onder meer Ziggo en UPC te veroordelen met haar te onderhandelen over nieuwe kabelovereenkomsten en een vergoeding met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2012 aan VEVAM te betalen. De voorzieningenrechter wijst de gevraagde voorzieningen af.
De voorzieningenrechter volgt het arrest van het gerechtshof Den Haag in de zaak van Norma/NLKabel (IEPT20120410) en oordeelt dat VEVAM haar positie niet langer kan baseren op artikel 26a Aw. In dit arrest is geoordeeld dat de omroepen bij het aanleveren van de programma’s aan de kabelexploitanten geen (primaire) openbaarmaking verrichten (ook niet in de zin van de Wnr) zodat het handelen van de kabelexploitanten niet langer als ‘secundaire’ openbaarmaking kan worden betiteld. Voldoende staat vast dat de omroepen de programma’s aan de kabelexploitanten aanleveren via de Media Gateway dan wel in gecodeerde vorm via de satelliet; Norma kan derhalve haar positie niet baseren op artikel 14a Wnr. Uit dit arrest kan niet worden afgeleid dat het hof in dit kader een onderscheid heeft gemaakt tussen auteursrechten en naburige rechten (artikel 26a Aw resp. 14a Wnr).
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat VEVAM er in dit geding niet in is geslaagd om voldoende aannemelijk te maken dat de omroepen de...