Procedure geschorst: de door het hof te nemen beslissingen in het hoger beroep in een andere procedure zijn van belang voor de uitkomst van onderhavige herroepingsprocedure.
OCTROOIRECHT - PROCESRECHT
Vonnis in incident. Het geschil maakt onderdeel uit van een reeks van procedures over een asfalt-additief (RheoFalt HP-AM en RheoFalt HP-EM). VWS vordert in hoofdzaak dat de rechtbank het geding dat heeft geleid tot het vonnis van 27 juli 2016 van de rechtbank Den Haag tussen VWS als eiseres in conventie en [A] als gedaagde in reconventie zal herroepen, met heropening van van het geding in conventie en bepaling van een roldatum waarop VWS zich per conclusie nader kan uitlaten in de heropende procedure en met veroordeling van [A] in de nakosten. VWS stelt dat herroeping van het vonnis op basis van artikel 382 Rv aan de orde is. Het vonnis van 27 juli 2016 dat is gewezen tussen VWS en Ventraco en [A] als gedaagden is ten aanzien van [A] in kracht van gewijsde gedaan. In deze procedure vorderde VWS jegens [A] het verbod om betrokken te zijn bij, of om leiding te geven aan octrooi-inbreuk. In reconventie is vernietiging gevorderd van het Nederlandse deel van het octrooi EP 415. De vorderingen zijn afgewezen. Dit vonnis berust volgens VWS in conventie op bedrog omdat [A] een stuk - productfolder met de samenstelling RheoFalt HP-AM - van beslissende aard heeft achtergehouden. VWS heeft tijdig om deze informatie verzocht maar [A] heeft deze informatie niet verstrekt, terwijl de folder al vanaf 25 november 2015 definitief was.
[A] vordert schorsing van onderhavige procedure totdat een eindarrest van het hof Den Haag in de procedure met zaaknummer 200.206.566 in kracht van gewijsde zal zijn gegaan. Volgens [A] zal uit dit hoger beroep blijken dat de door VWS ingenomen stellingen en aantijgingen onjuist zijn en dat herroeping van het vonnis van 27 juli 2016 niet aan de orde is. Het is zinvol om onderhavige zaak te schorsen, omdat bij eindarrest van het gerechtshof in principe einduitspraak worden gedaan over zowel de gevorderde nietigverklaring van EP 415 als de niet-inbreuk op de octrooien.
De rechtbank benadrukt dat een herroepingsprocedure twee fases kent. Naar het oordeel van de rechtbank is het voor de eerste fase (de beslissing of het geding heropent moet worden) is de vraag of de octrooien van VWS geldig zijn niet relevant. Wanneer de octrooien echter vernietigd zouden worden hoger beroep, heeft dat gevolgen voor de beslissing in de tweede fase (of het vonnis...
↧
IEPT20170628, Rb Den Haag, VWS
↧