Stelling Volkskrant dat voorzieningenrechter bij beoordeling paginabrede foto op voorpagina waarop geïntimideerde wordt gecontroleerd door Marechaussee met daarbij de kop “Is Schiphol nog veilig”, ten onrechte de context niet heeft meegewogen niet gevolgd: foto en kop worden als eerste waargenomen, geïntimideerde duidelijk herkenbaar op foto die zonder zijn medeweten of toestemming is gemaakt, door Volkskrant genoemde context van etnisch profileren komt in het artikel niet terug. Omstandigheid dat geïntimeerde zelf zijn naam aan de foto heeft verbonden en publiciteit heeft gezocht doet niet af aan onrechtmatigheid publicatie. Geen sprake van “chilling effect”: niet aannemelijk dat media en fotografen zich door het vonnis en dit arrest in de toekomst bij het publiceren en maken van foto’s meer geremd zullen voelen.
PUBLICATIE
Hoger beroep tegen (IEPT20160914). Ter herinnering: Op 16 augustus 2016 is op de voorpagina van De Volkskrant een paginabrede foto afgedrukt waarop het gezicht van geïntimeerde is te zien terwijl hij op de bestuurdersplaats in de auto zit. Hij spreekt op dat moment met een lid van de Koninklijke Marechaussee. Op de achtergrond zijn twee zwaar bewapende militairen te zien en verder weg de ingang van de Schipholtunnel. Op de foto is in grote letters de tekst afgedrukt: “Is Schiphol nog veilig?”. Daarnaast staat in kleinere letters de tekst: “Na de marechaussee wordt nu het leger ingezet voor de extra bewaking van Schiphol. Wat staat de reiziger nog meer te wachten - en helpt het?”. Verwezen wordt naar een artikel op de pagina’s 4 en 5, dat gaat over de beveiliging van Schiphol. Bij de foto is het volgende onderschrift geplaatst: “Marechaussees en militairen voeren maandag controles uit op de toegangsweg naar luchthaven Schiphol.” In kort geding oordeelde de voorzieningenrechter dat hiermee sprake was van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van geïntimideerde die zwaarder weegt dan de belangen van De Volkskrant bij persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.
De Volkskrant verwijt de voorzieningenrechter maakt onder meer dat hij de indruk van de publicatie onjuist heeft geïnterpreteerd door daarbij alleen de kop boven het artikel te betrekken en geen acht te slaan op de bredere context. Het hof neemt tot uitgangspunt dat in een publicatie de foto en de kop in beginsel het meest in het oog springen en daarom door de lezers in het algemeen als eerste worden waargenomen. Het hof overweegt...