(Met dank aan Tanguy de Haan en Philippe Péters (NautaDutilh) en Johan Brants en Ellen Crabbe (Brantsandpatents).
Rb Koophandel te Antwerpen, 15 oktober 2013, Friesland Brands v Incopack.
Octrooirecht. Uitgebreid vonnis waarin de vereisten voor een octrooi uitvoerig worden getoetst. Eiser Friesland maakt deel uit van de Friesland Campina-groep van ondernemingen en is houder van verschillende Europese octrooien m.b.t. een “innovatieve spuitmond”. Gedaagde Incopack produceert verschillende slagroom-aerosolcontainers met specifieke spuitmonden, die volgens Friesland onder haar octrooien vallen. Friesland vordert een inbreukverbod met enkele nevenvorderingen, terwijl de tegenvordering van Incopack ziet op de nietigverklaring van het Belgische gedeelte van de Europese octrooien van Friesland.
De rechtbank oordeelt dat Incopack niet erin is geslaagd te bewijzen dat de betreffende octrooien technisch karakter missen (V.B.1), toegevoegde materie bevatten (V.B.2) en niet nieuw zijn (na toevoeging van kenmerk j, zie V.B.3.b). De octrooien van Friesland worden echter wel nietig verklaard wegens gebrek aan uitvinderswerkzaamheid.
De vakman betreft een team bestaande uit enerzijds een persoon bekend met de technische aspecten van verpakking van spuitbare levensmiddelen, meer specifiek zuivelproducten, en anderzijds een persoon bekend met de verwerking van dergelijke producten. Nu deze vakman, geconfronteerd met het objectief technisch probleem (het voorzien van een compacte spuitmond die de slagroom bij het afgeven een betere vormgeving geeft en die gemakkelijker te reinigen en dus hygiënischer is), de tulpvormige (verbrede) spuitmond als gebruikt op sifoncontainers (stand van de techniek) zou combineren met de aerosolcontainers met traditionele spuitmond (meest nabije stand van de techniek), wordt geoordeeld dat de opgeëiste uitvindingen als weergegeven in de octrooien niet voldoen aan de voorwaarde van uitvinderswerkzaamheid en als dusdanig nietig zijn.
Lees het vonnis hier.