In een oppositieprocedure voor het BBIE is het Nederlandse internetbedrijf iWink gedeeltelijk in het gelijk gesteld in een strijd met Apple om het gebruik van de naam "IWEBHOSTING". Apple baseerde haar oppositie op het Gemeenschapswoordmerk en het algemeen bekend woordmerk "IWEB". Hoewel de tekens, gezien de identieke herneming van het element "iweb", begripsmatig, visueel en auditief overeenstemmen, zijn de diensten "reclame, het op Internet ter beschikking stellen van advertentiemogelijkheden" niet soortgelijk aan de waren en diensten van het ingeroepen recht. Deze diensten zijn naar hun aard en bestemming verschillend van de waren en diensten van Apple, zodat het Benelux depot van iWink voor deze diensten wel wordt ingeschreven.
In citaten:
37. Door de identieke herneming van het element “iweb”, waaraan door het in aanmerking komend publiek in merk en teken dezelfde begripsmatige inhoud zal worden gegeven, is er – ondanks de toevoeging van het woord “hosting” in het teken – sprake van een begripsmatige overeenstemming tussen beide.
43. Gezien de identieke herneming van het ingeroepen merk als dominant element in het bestreden teken (zie supra, punt 36), is er naar oordeel van het Bureau, ondanks de toevoeging van enkele figuratieve elementen en een beschrijvende aanduiding die het teken langer maakt, toch sprake van een visuele overeenstemming.
48. Hoewel het bestreden teken dus merkelijk langer is, wordt het ingeroepen recht identiek hernomen aan het begin van dit teken. Bovendien betreft het hier, zoals hiervoor reeds gesteld, het dominante woordelement van het bestreden teken. Voor de auditieve vergelijking moet namelijk vooral) worden gekeken naar de uitspraak van het dominerende woordelement, dat in casu bijzonder in het oog springt (zie ook BBIE, oppositiebeslissing Tresbien-être, nr. 2002421, 17 augustus 2009).
Klasse 35
54. Het Bureau is van oordeel dat de diensten “reclame; het op Internet ter beschikking stellen van advertentiemogelijkheden” van het bestreden depot niet soortgelijk zijn aan de waren en diensten van het ingeroepen recht. Deze diensten zijn naar hun aard en bestemming verschillend van de waren en diensten van opposant. Het feit dat men reclame maakt voor bepaalde producten is niet voldoende om soortgelijkheid aan te nemen. Weliswaar zal opposant wellicht ook activiteiten verrichten die vergelijkbaar zijn met deze diensten, zoals het voeren van reclame of publiciteit voor eigen rekening, maar het essentiële...