Conclusie A-G Langemeijer, 8 november 2013, zaak 12/05393, Persoonsdomeinnaam.
Publicatie. Onrechtmatige daad. Vervolg op IEPT20120918 (hof) en IEPT20110615 (vzr). Het hof heeft de patiënte en de stichting SIN-NL gelast hun onrechtmatig handelen jegens verweerder (een neuroloog) ten aanzien van diens naam te staken en/of ieder ander gebruik van een of meer domeinnamen bestaande uit de naam van verweerder te staken. Voorts dienen de patiënte en SIN-NL ervoor te zorgen dat de domeinnamen “[verweerder].nl” en “[verweerder].com” op naam worden gesteld van verweerder, dat iedere onrechtmatige verwijzing naar de naam van verweerder op hun website wordt verwijderd en dat een rectificatie wordt geplaatst. De A-G concludeert tot verwerping van het beroep.
2.9. Het spreekwoord zegt dat hoge bomen veel wind vangen. Ook in de rechtspraak van het EHRM is wel het argument gebruikt dat personen die voor een publieke functie kiezen, zoals politici, verder gaande openbare kritiek moeten kunnen verdragen dan de gemiddelde burger. In dit verband wordt dikwijls als voorbeeld genoemd dat dezulken moeten verdragen dat zij door cabaretiers of in cartoons op de hak worden genomen, op spandoeken persoonlijk worden aangevallen of door de ondervrager tijdens een interview ‘stevig’ worden aangepakt. In dit geval gaat het niet om de publieke functie(s) die [verweerder] bekleedt, maar om zijn optreden als een arts die door een individuele patiënt wordt geconsulteerd. In die situatie kan m.i. niet worden gezegd dat hij geacht moet worden meer ‘weerbaar’ of ‘tolerant’ te zijn dan de gemiddelde burger. Weliswaar kan van een arts worden verlangd dat hij op een passend tijdstip verantwoording aflegt voor zijn professionele optreden jegens een individuele patiënt tijdens een consult (bijvoorbeeld in een medisch-tuchtrechtelijke procedure), maar dat is iets anders dan dat de arts in het openbaar het debat over het consult/de medische behandeling aangaat of beantwoordt: een arts is gebonden aan zijn professionele geheimhoudingsplicht en kan daarom in het openbaar niet altijd gedetailleerd reageren. In de overwegingen van het hof gaat het bovendien om ‘lichtvaardige en ongefundeerde verdachtmakingen die afbreuk doen aan de integriteit, geloofwaardigheid, eer en goede naam van [verweerder] als neuroloog’. Daarmee is in de redenering van het hof ook de grens overschreden van de kritiek die de bekleder van een vooraanstaande publieke functie of een persoon die zelf...