"Vervolgens rijst de vraag of de door de Hoge Raad uit de rechtspraak van de Kamers van Beroep gedistilleerde rechtsregel dat ‘een stof waarvan de samenstelling en mogelijke eigenschappen op zichzelf bekend zijn’ en die dus om die reden niet-inventief is, desondanks inventief kan zijn ‘als uit de stand van de techniek op de prioriteitsdatum geen werkwijze bekend is om die stof te verkrijgen en met de geclaimde werkwijze derhalve voor het eerst die stof kan worden verkregen op een inventieve wijze.’ Ik betwijfel of die aldus geformuleerde rechtsregel wel juist is, en de leer van de Kamers van Beroep correct samenvat en inderdaad aansluit bij wat het Bundesgerichtshof en de Engelse rechter in deze zaak oordeelde, zoals de Hoge Raad onder 4.3. stelt. Het lijkt immers vanzelfsprekend dat ‘iets’ wat bekend is, niet nieuw is en in ieder geval ook voor de hand liggend is, zodat het om die reden dus ook niet inventief kan zijn. Een nadere analyse van de bedoelde precedenten lijkt dan ook op zijn plaats.
[...] Kortom, weten is niet waar het in het octrooirecht om draait. Het gaat er om of die wetenschap toegepast kan worden. Het octrooirecht beschermt geen kennis, maar kunde: de praktische toepassing van kennis, ofwel “techniek”. Om die reden is het ook niet cruciaal of men er mee “bekend” is – of men “weet” – wat de samenstelling en mogelijke eigenschappen van een stof dienen te zijn. Octrooirechtelijk relevant is of men over “industrieel toepasbare kennis” beschikt – de “techniek” beheerst – om die stof te maken. Octrooirechtelijk is dus niet beslissend of men weet wat de vereisten zijn waaraan de samenstelling en mogelijke eigenschappen van een “gedroomde stof” – een desideratum – in abstracto dienen te voldoen. Octrooirechtelijk is slechts relevant of men weet hoe die stof in concreto gerealiseerd kan worden. Kortom, het octrooirecht beschermt inventieve, toepasbare kennis (“know how”) en niet al dan niet inventieve kennis op zichzelf (“know what”).
[...] Deze langlopende procedure, met wisselende uitkomsten voor de verschillende Europese landen heeft de karakteristieken van een ‘soap’: aanvankelijk verlies voor Lundbeck in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland, en vervolgens winst in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, maar weer verlies in...
Dick van Engelen (Ventoux), Kun je wat bekend is uitvinden? Noot onder HR 7 juni 2013 (Lundbeck/Tiefenbacher). Verschenen in AA 2014, p. 50-58.