Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20140113, Rb Den Haag, GTG v Hendrix

$
0
0

Verzoek om voorlopig getuigenverhoor toegewezen: feiten en omstandigheden waarover GTG bewijs wenst te vergaren relevant in die zin dat zij tot beslissing in bodemprocedure kunnen leiden, GTG heeft belang bij houden van vooorlopig getuigenverhoor, geen sprake van misbruik van recht of strijd met goede procesorde, en onderbouwing van GTG van stellingen is voldoende voor toewijzing van verzoek. Nu partijen het erover eens zijn dat proceskostenveroordeling conform artikel 1019h Rv dient plaats te vinden, ongeacht vraag of dit artikel daadwerkelijk toepassing vindt in dit geschil, worden de proceskosten vastgesteld op € 17.165.

PROCESRECHT

GTG verzoekt de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Zij legt aan dit verzoek ten grondslag dat Hendrix inbreuk heeft gemaakt op twee aan GTG toebehorende Europese octrooien. De rechtbank acht de bezwaren van Hendrix tegen dit voorlopig getuigenverhoor ongegrond en wijst het verzoek van GTG toe.

Naar het oordeel van de rechtbank zijn de feiten en omstandigheden waarover GTG bewijs wenst te vergaren relevant in die zin dat zij tot een beslissing in een bodemprocedure kunnen leiden. GTG kan immers slechts met succes schadevergoeding vorderen wegens inbreuk op haar octrooirechten indien duidelijkheid bestaat over zowel de eventuele inbreuk door Hendrix als de omvang daarvan als van de eventuele toepasselijkheid van de onderzoeksexceptie. Voorts heeft GTG belang bij het houden van een voorlopig getuigenverhoor, mede teneinde beter te kunnen beoordelen of het raadzaam is een procedure te beginnen tegen Hendrix of een derde partij. Partijen verschillen van mening over de vraag of Hendrix inbreuk heeft gemaakt en in dat verband is gehouden tot vergoeding van schade: denkbaar is dat het horen van getuigen onder ede voor GTG nieuwe of andere informatie zal opleveren.

Er is ook geen sprake van misbruik van recht: Hendrix heeft niet gesteld of onderbouwd dat GTG het middel mede gebruikt met het doel bedrijfsgevoelige informatie van Hendrix te vergaren of Hendrix te schaden. Ook zijn de stellingen van GTG voldoende duidelijk en specifiek en is er geen sprake van “hengelen naar informatie”. Tot slot is er geen sprake van strijd met de goede procesorde en is de onderbouwing van GTG van haar stellingen voldoende voor toewijzing van het verzoek. Niet vereist is dat GTG haar rechtsvordering reeds nu aannemelijk maakt. Gelet op artikel 289 Rv en het feit dat partijen nadrukkelijk om een proceskostenveroordeling verzoeken...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229