Spoedeisend belang. ‘Governorslicentie’ van GovProDev op gebruik BowTie-software (en daarin vastgelegde bevoegdheid tot geven van sub-licenties) niet beëindigd. Geen inbreuk op auteursrechten t.a.v. BowTie-software: onvoldoende onderbouwd weersproken dat X handelt in hoedanigheid van bestuurder van GovProDev en dus binnen Governorslicentie.
AUTEURSRECHT
IP Bank is rechthebbende op de auteursrechten met betrekking tot de softwareprogramma’s BowTieXP, BowTieXL en BSCAT (gezamenlijk “BowTie-software”) en stelt dat gedaagden, voormalig bestuurder X resp. voormalig werknemer Y, zonder haar toestemming deze software aanbiedt en verkoopt.
Er kan niet gesproken worden van zodanig stilzitten van de kant van IP Bank dat van spoedeisendheid geen sprake meer is: gelet op de administratieve wanorde die volgens IP Bank na het ontslag van X aan het licht is gekomen, is haar optreden tegen de vermeende auteursrechtinbreuk in het najaar van 2013 voldoende voortvarend. Gedaagden verwijzen naar de ‘Governorslicentie’ uit hoofde waarvan GovProDev, waarvan X tevens bestuurder is, bevoegd is tot gebruik van de BowTie-software en tot het verlenen van sub-licenties. De stelling van IP Bank dat deze licentie is beëindigd wordt verworpen: dat IP Bank het voornemen had om deze licentie te beëindigen en GovProDev, X en/of Y hiervan op de hoogte waren, betekent nog niet dat de licentieovereenkomst daadwerkelijk is beëindigd.
IP Bank heeft vervolgens de stelling van X dat hij gebruikslicenties voor de BowTieMed software aanbiedt in zijn hoedanigheid van bestuurder van GovProDev onvoldoende onderbouwd weersproken. Bovendien kent de Governorslicentie de mogelijkheid om sub-licenties te verstrekken; voor zover de handelingen van X niet aan GovProDev toe te rekenen zouden zijn, dient het er dan ook voor te worden gehouden dat aan X een stilzwijgende sub-licentie is verleend door GovProDev. Ook ten aanzien van Y is onvoldoende vast komen te staan dat Y niet als opdrachtnemer of sub-licentiehouder van GovProDev handelde. Nu gedaagden handelden op grond van een (sub-)licentieovereenkomst, is er geen sprake van auteursrechtinbreuk en dienen de vorderingen van IP Bank te worden afgewezen. 1019h Rv proceskosten: € 19.990,77 (aan zijde van X) en € 20.843,70 (aan zijde van Y).
IEPT20140214, Rb Den Haag, IP Bank
↧
IEPT20140214, Rb Den Haag, IP Bank
↧