Hoger beroep na oppositiebeslissing van BBIE: artikel 2.17(1) BVIE dient zo te worden uitgelegd dat de daarin vermelde rechterlijke beroepsinstanties kennis kunnen nemen van nieuwe feitelijke gegevens die worden overgelegd in het kader van aanspraken die in dezelfde oppositieprocedure reeds werden geformuleerd voor het BBIE.
MERKENRECHT
ICI Paris is gespecialiseerd in de kleinhandel van parfumerie- en schoonheidsartikelen en gebruikt hiervoor haar Benelux woordmerk “ICI PARIS”. PFM is houdster van de internationale inschrijving van het woord-/beeldmerk “Ici Paris” en geeft het magazine “Ici Paris” uit. Nadat het BBIE de oppositie van PFM tegen het woordmerk van ICI Paris had verworpen wegens gebrek aan bewijs van het gebruik van haar merk, verklaarde het hof van beroep te Brussel de oppositie gegrond. Voor het Hof van Cassatie klaagt ICI Paris dat het hof van beroep hiertoe heeft gesteund op gegevens die “nieuw” waren in de zin dat ze niet ter kennis waren gebracht van het BBIE tijdens de oppositieprocedure. Het Hof van Cassatie heeft in dit kader een prejudiciële vraag inzake de uitleg van artikel 2.17 lid 1 BVIE aan het Benelux Gerechtshof gesteld.
Het Benelux Gerechtshof verklaart voor recht: “Artikel 2.17, eerste lid, BVIE dient zo te worden uitgelegd dat de daarin vermelde rechterlijke beroepsinstanties kennis kunnen nemen van nieuwe feitelijke gegevens die worden overgelegd in het kader van aanspraken die in dezelfde oppositieprocedure reeds werden geformuleerd voor het BBIE.”
Enkele overwegingen:
6. Het Benelux-Gerechtshof heeft in zijn arrest A 2008/1 van 26 juni 2009 geoordeeld dat na een vernietiging van de beslissing van het BBIE er geen reden bestaat om de zaak terug te verwijzen naar het BBIE. Het hof van beroep moet zelf uitspraak doen en zijn beslissing in de plaats stellen van de vernietigde beslissing, met dien verstande dat het hof van beroep alleen die gegevens in aanmerking kan nemen op grond waarvan de oppositiebeslissing door het BBIE werd genomen of had moeten worden genomen.
7. Het hof van beroep beschikt bij de beoordeling van de oppositie over de volle rechtsmacht en is bevoegd om alle geschilpunten zowel in feite als in rechte te beoordelen voor zover deze binnen het kader van de aanspraken vallen die voor het BBIE ter discussie stonden. Overeenkomstig hetgeen voor de weigeringsprocedure is overwogen in punt 12, tweede alinea, van het arrest van 29 juni 2006 in de zaak A 2005/1, kan het binnen dat kader ook...
↧
IEPT20140203, BenGH, ICI Paris v PFM
↧