Analoge toepassing van artikel 16 GMeV brengt mee dat overdracht van Benelux merk wordt beheerst door Nederlands recht. Vermoeden dat appellant als ingeschreven merkhouder c.q. bezitter ook rechthebbende is voldoende weerlegd: Waarschip International Yachtservices was op moment van gestelde overdracht niet beschikkingsbevoegd en niet geheeld door bekrachtiging. Wegens ontbreken van schriftelijke akte kan niet worden aangenomen dat auteursrechten op scheepsmodellen zijn overgedragen aan appellant. Op grond van artikel 8(1) Rome II dient vermeend inbreukmakend handelen in Duitsland te worden beoordeeld naar Duits recht.
MERKENRECHT – AUTEURSRECHT
Spoedappel waarin de vraag wordt voorgelegd aan wie de intellectuele eigendomsrechten op de door A en B ontworpen scheepsmodellen en de naam “WAARSCHIP” toekomen. Bij vonnis van 6 september 2013 heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van appellanten, bestaande uit een verbod op de verhandeling van geplagieerde scheepsmodellen en op het gebruik van het merk en de handelsnaam ‘Waarschip’, afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat niet is komen vast te staan dat appellant 1 rechthebbende is van het Benelux merk en van de auteursrechten op de diverse scheepsmodellen. De grieven van appellanten richten zich tegen dit oordeel.
Het hof stelt allereerst vast dat de goederenrechtelijke aspecten van een Benelux-merkrecht op grond van de lex loci protectionis worden beheerst door Benelux-recht. Nu het Benelux-recht geen regeling geeft voor het toepasselijke recht op de overdracht van een Benelux-merk, dient aanknoping te worden gezocht bij art. 16 GMeV. Analoge toepassing van dit artikel brengt mee dat de overdracht van een Benelux-merk wordt beheerst door het Nederlands recht. Naar Nederlands recht heeft de ingeschreven merkhouder (in dit geval: appellant 1) te gelden als bezitter daarvan (art. 3:108 BW) en wordt hij vermoed rechthebbende te zijn (art. 3:119 BW). Naar het oordeel van het hof hebben geïntimeerden echter dit vermoeden voldoende weerlegd: Waarschip International Yachtservices B.V. was op het moment van de gestelde overdracht namelijk niet bevoegd over het merk te beschikken. De ontbrekende beschikkingsbevoegdheid is ook niet door bekrachtiging geheeld (art. 3:58 lid 1 BW).
Ten aanzien van de auteursrechten op de scheepsmodellen is door appellanten geen stuk overgelegd dat kwalificeert als een (onderhandse) akte in de zin van art. 2(2) Aw. Bij het ontbreken van een dergelijke stuk kan...
↧
IEPT20140318, Hof Arnhem-Leeuwarden, Waarschip
↧