Zonder toestemming van rechthebbende beschermde werken op een website voor het publiek beschikbaar stellen is gebruik maken van diensten van als tussenpersoon aan te merken internet provider. Rechterlijk verbod aan internetprovider om klanten toegang tot een website te verschaffen dat niet specificeert welke maatregelen moeten worden genomen niet in strijd met vrijheid van ondernemerschap. Maatregelen die internet provider moet nemen ter uitvoering van rechterlijk verbod om toegang tot een website te verschaffen moeten doeltreffend zijn en niet-toegestane oproepingen van beschermde werken verhinderen of ten minste bemoeilijken.
AUTEURSRECHT
Het verzoek om een prejudiciële beslissing is ingediend in een geding tussen UPC Telekabel Wien, een internetprovider en Constantin Film, een filmproductieonderneming, over een verzoek om UPC Telekabel te gelasten om de toegang te blokkeren tot een website waarop bepaalde films van Constantin Film zonder haar toestemming voor het publiek beschikbaar worden gesteld. De verwijzende rechter heeft vragen gesteld over uitlegging van artikel 8(3) van de Auteursrechtrichtlijn en over de verhouding tussen de blokkade van een website door een internetprovider en de grondrechten van de Unie.
Het Hof oordeelt allereerst dat de persoon die zonder toestemming van de rechthebbende beschermde werken op een website voor het publiek beschikbaar stelt in de zin van artikel 3(2) Arl het gebruik van diensten van een als tussenpersoon aan te merken internet provider in de zin van artikel 8(3) Arl inhoudt, aangezien de internetprovider noodzakelijkerwijs betrokken is bij elke doorgifte op internet van een inbreuk tussen een van zijn klanten en een derde.
Vervolgens gaat het Hof in op de vraag of een rechterlijk verbod aan een internetprovider om klanten toegang tot een website te verschaffen dat niet specificeert welke maatregelen moeten worden genomen in strijd is met de grondrechten van de Unie. Hoewel een dergelijk verbod de vrijheid van ondernemerschap beperkt, raakt het verbod niet de kern van de vrijheid van ondernemerschap. De internetprovider is immers vrij is om te bepalen welke maatregelen zij neemt om het beoogde resultaat te bereiken en een dergelijk bevel geeft de provider de mogelijkheid om aan aansprakelijkheid te ontkomen door aan te tonen dat zij alle redelijke maatregelen heeft genomen.
De nationale rechterlijke instanties moeten nagaan of een dergelijk verbod doeltreffend is om effectieve bescherming van...