Kortgeding tussen Artex, Hunter Douglas, ADO BE, ADO NL (eisers) en Zimmer & Rohde en ADO Goldkante (verweerders). Zimmer & Rohde is houder van alle merkinschrijvingen voor het woord-/ beeldmerk "ADO". Eisers stellen de Beneluxrechten uitdrukkelijk en expliciet te hebben verkregen door een overdracht die in 2012 plaatsvond tussen Zimmer & Rohde en het oude ADO Duitsland.
Eisers vorderen een verbod om in de Benelux het ADO teken te gebruiken. Uit de officiële registers blijkt echter niet dat eisers houder zijn van het ADO merk, terwijl verweerders bewijs leveren dat alle ADO merken ter wereld, inclusief de Benelux op naam van Zimmer & Rhode zijn ingeschreven. De vordering van eisers is derhalve niet-ontvankelijk op grond van artikel 2.19 BVIE.
Het beroep op artikel 2.20 BVIE, waarbij wordt gesteld dat de vordering van eisers in feite geen merkenrechtelijke vordering zou zijn, maar een vordering uit onrechtmatige daad faalt. Er wordt wel degelijk een voorlopig stakingsbevel tegen het gebruik van het teken ADO gevorderd en artikel 2.20 BVIE slaat enkel op rechten van de merkhouder. Ook deze vordering is daarom op grond van artikel 2.19 BVIE niet-ontvankelijk.
Lees de uitspraak hier.